#5 , 07 feb 2008 15:46
De wet zegt hierover niets. De rechter begroot de schade. Hij kan (maar moet niet) de indicatieve tabel volgen. Die zegt hierover: Het bewezen aantal dagen of forfaitair 15 dagen.
U hebt het recht advies te vragen aan een advocaat. Als die u gelijk geeft (en dat zal wel) kan u op kosten van de verzekeringsmaatschappij procederen.
Bergen 25 maart 1994, Verkeersrecht 1995, 36.
Dervings- en vervangingsvergoeding bij voertuigschade
De benadeelde partij dient te worden vergoed voor de schade die voortvloeit uit de gebruiksderving van een voertuig, welke ook de huur weze die noodzakelijk is om het geaccidenteerde voertuig te vervangen, tenminste wanneer geen enkele nalatigheid kan worden verweten aan de benadeelde, en meer bepaald wanneer deze het bewijs levert dat hij met de nodige diligentie een nieuw voertuig heeft besteld dat gelijkaardig is aan het voertuig dat werd vernield, maar dat hem een leveringstermijn werd opgelegd.
De termijn die werkelijk nodig is om het nieuwe voertuig te verwerven moet worden in aanmerking genomen, en niet de forfaitaire mutatieduur, tenzij de benadeelde het proces-verbaal dat deze mutatieduur forfaitair op 6 dagen had vastgesteld heeft onderschreven, of wanneer de elementen van de zaak niet toelaten de werkelijke schade te bepalen.
Rb. Gent 22 november 1999, Verkeersrecht 2000, 130.
De schade door de onbruikbaarheid van een voertuig wordt op de meest adequate wijze vergoed door aan de eigenaar van het beschadigd voertuig de kosten terug te betalen van het huren van een gelijkwaardig vervangingsvoertuig tijdens de periode van onbruikbaarheid van het eigen voertuig omdat de benadeelde op die manier het best wordt teruggebracht in de toestand waarin hij, wat de genotswaarde van zijn voertuig betreft, zich zou bevonden hebben indien het schadegeval zich niet had voorgedaan.
Deze schadevergoedingsvorm veronderstelt dat het beschadigd voertuig wordt hersteld of vervangen, dat het vervangingsvoertuig van dezelfde aard en klasse is als het beschadigd voertuig en dat de duur van de huur van het vervangingsvoertuig overeenstemt met de periode van onbruikbaarheid van het beschadigd voertuig.
In casu werd de vermelde Opel Omega vervangen door een Opel Vectra. D.R. was, gelet op het principe van de vrije beschikking van de benadeelde over de hem toekomende schadevergoeding, gerechtigd zijn 3 jaar en 7 maanden «oude» personenwagen te vervangen door een gelijkwaardig «nieuw» voertuig.
De appellante vecht niet aan dat het vervangingsvoertuig van dezelfde aard en klasse was als de vernielde Opel Omega.
De vermelde Opel Omega werd vervangen vanaf 2 december 1994 (datum ongeval) tot en met 11 maart 1995 (factuurdatum Opel Vectra).
De eerste rechter heeft terecht geoordeeld dat D.R. geen enkele nalatigheid kan verweten worden vermits bij expertise van 12 december 1994 het economisch totaal verlies werd toegekend en hij reeds (na enkele dagen bedenktijd) op 30 december 1994 een nieuw voertuig bestelde.
Het kan hem niet euvel geduid worden dat de nieuwe wagen later dan voorzien (op 25 februari 1995) werd geleverd.
De kosten die D.R. bespaarde door het niet-gebruik van zijn eigen voertuig, werden door de eerste rechter passend geraamd op 5000 F.
De vergoeding voor de huur van het vervangingsvoertuig bedraagt dan ook, zoals voor de eerste rechter: 47.236 F + 43.380 F (gefactureerde bedragen) of 90.616 F – 5000 F = 85.616 F.
Pol. Charleroi 7 maart 2001, R.G.A.R. 2002 (verkort), afl. 6, nr. 13.575; , Verkeersrecht 2001, afl. 6, 229.
Dervings- en vervangingsvergoeding bij voertuigschade
De benadeelde heeft recht op terugbetaling van de huurkosten van een vervangingswagen vanaf de dag waarop hij uit het ziekenhuis werd ontslagen (acht dagen na kennisgeving van het totaal verlies) en waarop hij een nieuw voertuig heeft besteld tot de dag waarop het bestelde voertuig werd geleverd (in casu ongeveer twee maanden).
scorpioen