10.1. 1° Elke bestuurder moet zijn snelheid regelen zoals vereist wegens de aanwezigheid van andere weggebruikers, in ’t bijzonder de meest kwetsbaren, de weersomstandigheden, de plaatsgesteldheid, haar belemmering, de verkeersdichtheid, het zicht, de staat van de weg, de staat en de lading van zijn voertuig; zijn snelheid mag geen oorzaak zijn van ongevallen, noch het verkeer hinderen.
Ze kunnen toch geen aparte snelheidsborden zetten voor moto's en voor auto's?is het dan niet zo dat als de gemeente een weg ter beschikking steld in een 50-zone daar in principe ook 50 moet kunnen gereden worden. Zelfs ik kan daar met de wagen geen 50 halen. Het was geen slecht weer en een goede zichbaarheid, dus het is niet zo dat de motor geen rekening hield met de weersomstandigheden. En hij reed reeds 20 minder dan de toegestane snelheid.
Je zegt hier zelf dat de drempel slecht was aangelegd, en dat is iets totaal anders dan een weg in zogezegde staat. Kasseien zijn altijd glad bij vochtig weer, en dus is voorzichtigheid geboden.De verkeersdrempel was slecht aangelegd, ze kreeg schade vergoed en de drempel werd opnieuw aangelegd.
Indien iemand formeel de gemeente op de hoogte brengt van de slechte staat van de weg en het risico op ongevallen, en de gemeente hier niets mee doet (reparatie of aanbrengen van signalisatie), dan kan men een zaak aanspannen tegen de gemeente vanwege nalatigheid.
Wanneer het slachtoffer het bewijs levert van een abnormaal gevaar op een weg in de gemeente, dient in beginsel te worden aanvaard, behoudens tegenbewijs, dat de gemeentelijke overheid die gevaarssituatie behoorde te kennen en maatregelen vereist waren om het gevaar weg te werken.
Om in dat geval niet aansprakelijk te worden gesteld staat het aan de gemeentelijke overheid het bewijs te leveren dat zij de gevaarssituatie niet behoorde te kennen en niet kende, ofwel gelet op het tijdsverloop in de onmogelijkheid is geweest de nodige maatregelen te treffen om het abnormaal gevaar te onderkennen.