JuridischForum.be

Hallo ,

Ik zit met de volgende vragen rond het Europese recht. Ik geraak er maar niet wijs uit.

a. Wat is het verschillende gevolg voor de afdwingbaarheid van de vrijheid van meningsuiting(=art 10 EVRM) gegeven dat Zwitserland lid is van de Raad van Europa maar niet van de Europese Gemeenschap?

b. Wat is het verschil in afdwingbaarheid van de arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens enerzijds en de arresten van het Europees Hof van Justitie anderzijds?

Alvast bedankt!

“De Hoge Verdragsluitende Partijen verzekeren eenieder,die ressorteert onder haar rechtsmacht ,de rechten en vrijheden welke zijn vastgesteld in de Eerste Titel van dit Verdrag...Art.46.1. De Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden er zich toe zich te houden aan de einduitspraken van het Hof in de zaken waarbij ze partij zijn.2.De einduitspraak van het Hof wordt toegezonden aan het Comité van Ministers,dat toeziet op de tenuitvoerlegging ervan.”[EVRM=Europees(=Raad van Europa) verdrag rechten van de mens 4 november 1950].

Zwitserland is Hoge Verdragsluitende Partij.

Zwitserland is geen lid van het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Gemeenschap en dus niet gebonden door de beslissingen van haar Hof van Justitie.

Dus het arrest van het EHRM is enkel bindend voor zij die partij zijn in de zaak en niet voor de andere staten partij bij het EVRM ? Voor het Hof van Justitie geldt dat de arresten bindend zijn voor alle staten , ongeacht of ze partij waren bij de zaak ? Maar alle EG lidstaten zijn toch ook partij bij het EVRM, hoe zit het dan met de onderlinge verhouding tussen beiden ? Het comité van ministers ziet toe op de tenuitvoerlegging, maar hoe zit dat voor het Hof van Justitie dan ?

Een gedetailleerde uitleg is zeker niet nodig , enkel aanknopingspunten die me verder op weg kunnen helpen zijn ruim voldoende.
Bedankt !

Maak gewoon het onderscheidt tussen enerzijds de Raad van Europa waar het comité van ministers zich in begeeft. Hun voornaamste taak is, het nakijken of de arresten die het EHRM uitspreekt weldegelijk worden nageleefd door de lidstaten, dit noemt men monitoring en meer specifiek, thematische monitoring (ook de parlementaire vergadering heeft een soort toezichtsfunctie)

Bij het Europees hof van justitie, wordt er eerder nagekeken of het gemeenschapsrecht wordt nageleefd en over de bescherming van particulieren. Indien er hier een schending wordt vastgesteld onder één van deze twee, dan is de lidstaat verplicht om het arrest uit te voeren, dus moet zorgen dat het intern recht aangepast wordt. Als afdwingingsmethode, kan de commissie een nieuwe procedure opstarten tegen de lidstaat, en zo bv. een dwangsom bekomen om de lidstaat te dwingen.

Ik ben hier ook geen expert in, maar hopelijk helpt dit je een beetje verder.