Voor de aanleg van de speelheuvel zal normaliter een stedenbouwkundige vergunningen verplicht zijn.
Art. 4.2.1. Niemand mag zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning:
4° het reliëf van de bodem aanmerkelijk wijzigen, onder meer door de bodem aan te vullen, op te hogen, uit te graven of uit te diepen waarbij de aard of de functie van het terrein wijzigt
Gezien het aanleggen van een "speelweide" onder bepaalde voorwaarden als een handeling van algemeen belang kan worden beschouwd, kunnen we ervan uitgaan dat niet de reguliere procedure doch de bijzonder vergunningsprocedure van toepassing is. De gemeente vraagt hierbij een stedenbouwkundige vergunning aan bij de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar. Slechts in bepaalde gevallen is een openbaar onderzoek hierbij verplicht.
Art. 4.7.26.§4. Ten aanzien van ontvankelijke vergunningsaanvragen wordt verder gehandeld overeenkomstig de hiernavolgende regelen:
1° in de door de Vlaamse Regering bepaalde gevallen, en telkens de vergunningsaanvraag het voorwerp moet uitmaken van een milieueffectrapport of gegrond is op artikel 4.4.6, artikel 4.4.10 tot en met 4.4.23, en artikel 4.4.26, §2, wordt de vergunningsaanvraag onderworpen aan een openbaar onderzoek [...]
De beslissing dient wel kenbaar gemaakt te worden.
Art. 4.7.26.§4.6° een mededeling die te kennen geeft dat de vergunning is verleend, wordt door de aanvrager gedurende een periode van dertig dagen aangeplakt op de plaats waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft. De aanvrager brengt de gemeente onmiddellijk op de hoogte van de startdatum van de aanplakking. De gemeentesecretaris of zijn gemachtigde waakt erover dat tot aanplakking wordt overgegaan door de aanvrager binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangst van een afschrift van de uitdrukkelijke beslissing tot verlening van de vergunning. De Vlaamse Regering kan, zowel naar de inhoud als naar de vorm, aanvullende vereisten opleggen waaraan de aanplakking moet voldoen
Een voetbalveld is niet verenigbaar met de bestemming 'agrarisch gebied' me dunkt.
4.1. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. [...]
Bovenstaand bericht omvat enkel mijn persoonlijk visie en geen sluitend juridisch advies.
Raadpleeg ook steeds de bevoegde overheid.