#2 , 21 okt 2017 11:41
“Art.877.Wanneer er gewichtige, bepaalde en met elkaar overeenstemmende vermoedens bestaan dat een partij of een derde een stuk onder zich heeft dat het bewijs inhoudt van een ter zake dienend feit, kan de rechter bevelen dat het stuk of een eensluidend verklaard afschrift ervan bij het dossier van de rechtspleging wordt gevoegd.”(Gerechtelijk Wetboek).
‘Het beroepsgeheim van de geneesheer is niet absoluut.De rechter dient op grond van de specifieke gegevens van de zaak na te gaan of een geneesheer die zich beroept op het beroepsgeheim om te weigeren om,een medisch dossier dat hij onder zich heeft,bij een op de griffie van een rechtscollege neergelegd dossier te voegen,het beroepsgeheim niet afwendt van de maatschappelijke noodzaak waarin het zijn verantwoording vindt.De vormvoorschriften van de art.877 en 878 Ger.W. zijn niet voorgeschreven op straffe van nietigheid,‘Cass. 29 oktober 1991,Pas. 1992,I,162,Bull. 1992,I,162;
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/