Wij hebben 50 jaar geleden grond gekocht in een bestaand bos dat ze hebben verkaveld in bouwplaatsen. De bomen staan kris kras door elkaar, soms tot tegen de scheidingsgrens van de buren. Onze boom staat toevallig 2 meter van de scheidingsgrens en de buurman vraagt om de overhangende takken te snoeien (7 meter overhangend). Na 80 jaar groei van de bomen heeft bos en groen ons ten strengste afgeraden om deze bomen te snoeien gezien deze oude bomen de snoei niet kunnen verdragen en kapot gaan waardoor ze kunnen vallen. Dan worden wij aansprakelijk gesteld gezien de verzekering vraagt de bomen te onderhouden als een goede huisvader.
Volgens het veldwetboek artikel 35 moeten alle overhangende takken gesnoeid worden: maar ik heb ook het volgende gevonden:
“Art.35 is slechts een beperking op het eigendomsrecht met het doel tussen eigenaars van aanpalende erven relaties van goed nabuurschap te handhaven. Het recht om in strijd met dit verbod bomen te houden vormt een actieve, zichtbare en voortdurende erfdienstbaarheid die door dertigjarige verjaring verworven kan worden“(Cass.18 juni 1846,Pas. 1847,I,107;Cass. 6 maart 1947,Arr.Cass. 1947,I,47,T.Vred. 1948,70,Pas. 1947,I,102,Rev.Adm. 1948,98).
Wie kan mij een duidelijk antwoord geven wat bedoeld is met "die door dertigjarige verjaring verworven kan worden"
Is hiermee bedoeld dat bomen ouder dan 30 jaar niet meer gesnoeid mogen worden?