#1 , 09 aug 2017 15:16
Ik wil een onwettige beslissing van de Raad van State aanvechten op grond van artikel 1382 BW, wegens het instandhouden van een ontslagbeslissing met terugwerking in de tijd, in belang van de dienst, zonder dat ik ooit een ordemaatregel kreeg in belang van de dienst.
Naar waar moet ik mijn dagvaarding sturen? Gewone rechtbank, rechtbank van eerste aanleg?
KORT mijn ontslag beslissing werd vernietigd door de raad van state in 2010.
DAAROP Volgde een nieuw ontslag met terugwerking in de tijd wegens in belang van de dienst.
NOOIT heb ik een ordemaatregel gekregen, men wou met het nieuwe ontslagbesluit door de beslissende overheid, vermijden dat ik achterstallig loon zou vragen voor een periode van 5 jaar, want wegens de vernietiging van mijn eerste ontslagbesluit, moest ik wederom in dienst treden in de overheid, dat echter werd geweigerd. Beroepscommissie ontsloeg mij eerst omwille van bekwaamheid, en later zogezegd fout inziende, omwille van onbekwaamheid, niet met een afzonderlijke beslissing, de beslissende overheid de MINISTER vulde het ontslag aan met een ordemaatregel in belang van de dienst en met terugwerking in tijd, niet op dag van de eerste ontslagbeslissing maar enkele dagen nadien. Rvst heeft deze terugwerking bestendigd doordat zij het belang van de overheid bestuurder, beslissende overheid bekeek, en niet mijn subjectief belang, waarbij terugwerking niet kan inzake ontslag, omdat zij daardoor haar eigen eerste RVS arrest ook teniet doet, wanneer de RVS in haar tweede arrest de terugwerking bestendigd.
Dit was de motivering van RVS. Terugwerkende kracht kan aan een administratieve beslissing worden verleend ter verwezenlijking van een oogmerk van algemeen belang, zoals de goede werking en de continuïteit van de openbare dienst of ter regularisatie van een feitelijke of rechtstoestand, dat laatste inzonderheid wanneer ter uitvoering van een vernietigingsarrest van de Raad van State de wettelijkheid moet worden hersteld, en dan nog op voorwaarde dat de terugwerking het vereiste van de rechtszekerheid eerbiedigt en geen afbreuk doet aan verkregen rechten. In het arrest nr. 207.445 werd het afdankingsbesluit onwettig bevonden omdat het genomen werd op grond van het voorstel tot afdanking van de interdepartementale stagecommissie, die op dat ogenblik onregelmatig was samengesteld. Om tegemoet te komen aan de in het arrest vastgestelde onwettigheid, heeft de verwerende partij de procedure hernomen waar zij is misgelopen en heeft zij na een voorstel tot afdanking door een anders samengestelde interdepartementale stagecommissie, opnieuw beslist de verzoekster wegens beroepsongeschiktheid af te danken. In zulk geval kan wel degelijk terugwerkende kracht aan het nieuwe afdankingsbesluit worden verleend, indien de rechtszekerheid geëerbiedigd wordt en geen afbreuk wordt gedaan aan de verkregen rechten, wat te dezen het geval is. Het is verder niet kennelijk onredelijk te stellen dat het belang van de dienst gediend is met een terugwerking tot op de datum van het vernietigde afdankingsbesluit waardoor een juridisch(...)