JuridischForum.be

Wij zijn van plan om een appartement te kopen.
Ik vraag me af of een mondeling bod bindend is of niet.

In principe wel. De vraag is echter hoe men, in het geval dat er onenigheid ontstaat, dit bij een eventuele rechtzaak kan bewijzen.

Wij zijn van plan om een appartement te kopen.
Ik vraag me af of een mondeling bod bindend is of niet.

Vanuit welk standpunt stel je deze vraag? Gaan jullie appartementen bekijken, en zouden jullie bij een appartement dat jullie bevalt een bod willen doen (mondeling dan)? Of hebben jullie reeds een bod gedaan, maar willen jullie hiervan afzien?

Zoals hierboven gezegd is een mondeling bod ook bindend, maar moeilijk te bewijzen. Idem indien de verkoper het bod mondeling aanvaard: ook moeilijk te bewijzen door jullie (tenzij het gesprek opgenomen wordt, maar dan nog).

Mag ik dit even nuanceren.

Wanneer u een bod doet, komt er automatisch een bindende overeenkomst tot stand, zodra dit bod wordt aanvaard.

Zoals gezegd, zal het vooral een probleem zijn om dit bod en de aanvaarding daarvan te bewijzen. Maar als je een bod doet per e-mail en dit bod wordt ook per e-mail aanvaard, heb je al het nodige bewijs.

Wil je niet tot het einde der tijden gebonden zijn, dan verbind je aan je bod best een tijdsvoorwaarde of een andere voorwaarde.

U schrijft (als u een schriftelijk bod doet), bijvoorbeeld:
"Dit bod is geldig tot 31 januari 2015 en onder de strikte voorwaarde van het verkrijgen van een hypothecaire lening van de bank, evenals het overleggen van de vereiste wettelijke documenten door de verkoper voor die datum."

"Dit bod is geldig tot 31 januari 2015 en onder de strikte voorwaarde van het verkrijgen van een hypothecaire lening van de bank, evenals het overleggen van de vereiste wettelijke documenten door de verkoper voor die datum."

Ik zou dit aanpassen tot "het verkrijgen van een lening bij een bank van mijn keuze", kwestie dat de verkoper (of immo) niet plots met een bank afkomen waar u wel een lening kan krijgen (tegen slechte voorwaarden, natuurlijk), zodat u zich niet meer kan beroepen op de opschortende voorwaarde.