#11 , 07 mei 2015 11:34
De 3 appartementen vallen onder toepassing van de ’Woninghuurwet’ van 20 februari 1991.
Het gelijkvloers met een nachtwinkel valt onder toepassing van de ‘Handelshuurwet’ van 30 april 1951.
In beide gevallen geldt :
‘Op de dag van de vaste dagtekening van de huur mag de titel van de koper nog geen vaste dagtekening hebben‘,(Cass. 10 februari 1944,Pas. 1944,I,197,Arr.Cass. 1944,98);
‘De koper is niet aansprakelijk voor de verbintenissen die de oorspronkelijke verhuurder v¢¢r de verkoop niet was nagekomen. De nieuwe eigenaar kan niet aangesproken worden tot terugbetaling van de waarborg die door de huurder aan de vroegere eigenaar was betaald en die deze niet heeft overgemaakt aan de koper. De verbintenissen van de verhuurder,die,ingevolge de koop,overgaan op de koper,zijn deze waarvan de uitvoering na de verkoop moet gebeuren en waarvoor thans de tussenkomst van de koper vereist is(2)’(Cass. 27 juni 1946,Pas. 1946,I,267,Arr.Cass. 1946,247);
‘Wanneer de huurovereenkomst aan de koper van een verhuurd onroerend goed kan worden tegengeworpen(art.1328), wordt die koper, die geen partij was in die overeenkomst, ingevolge art. 1743 B.W., in de plaats gesteld van de oorspronkelijke verhuurder die het goed verkoopt, en zulks voor wat betreft de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de uitvoering van de huurovereenkomst waartoe de koper na de aankoop, krachtens die indeplaatsstelling is gehouden, verwerft de koper in de regel alle rechten die de oorspronkelijke verhuurder op grond van art. 1730 B.W. zou hebben gehad, zo het goed niet was verkocht.’ ,(Cass. 29 februari 1980,Pas. 1980,I,808,Arr.Cass. 1979-80,816,R.W. 1980-81,1777-1780,T.Not. 1980,171);
MICHIELS,D.,De huurovereenkomst bij vervreemding van het verhuurde goed,R.W. 1991-92,657-664;
MERCHIERS,Y.,Tegenwerpelijkheid van de huur bij verkoop en opzegging in het algemeen huurrecht na de wet van 20 februari 1991,T.B.B.R. 1992,381-384;
Inzake Woninghuur geldt :“Art.3...§ 3. Bij het verstrijken van de eerste en de tweede driejarige periode kan de verhuurder de huurovereenkomst beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden indien hij voornemens is het onroerend goed of een gedeelte ervan weder op te bouwen, te verbouwen of te renoveren, op voorwaarde dat die werkzaamheden :
- worden uitgevoerd met eerbiediging van de bestemming van het goed die voortvloeit uit de wets- en verordeningsbepalingen inzake stedebouw;
- worden uitgevoerd aan het door de huurder bewoonde gedeelte en
- meer kosten dan drie jaar huur van het verhuurde goed ofwel, indien het gebouw waarin dit goed gelegen is uit verscheidene verhuurde woningen bestaat die aan dezelfde verhuurder toebehoren en die van de werkzaamheden ongerief hebben, meer kosten dan twee jaar huur voor al die woningen samen.
Met het oog op het goede verloop van de werken kan de verhuurder van verscheidene woningen in eenzelfde gebouw te allen tijde verscheidene huurovereenkomsten beëindigen, met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden, voor zover de huurovereenkomst niet tijdens het eerste jaar wordt opgezegd.
De verhuurder moet aan de huurder kennis geven van, ofwel de hem verleende bouwvergunning, of een omstandig bestek, of een beschrijving van de werkzaamheden samen met een gedetailleerde kostenraming, of een aannemingsovereenkomst.
De werken moeten worden aangevat binnen zes maanden en worden beëindigd binnen vierentwintig maanden na het verstrijken van de opzegging door de verhuurder of, in geval van verlenging, na de teruggave van het goed door de huurder.
Indien de verhuurder, zonder het bewijs te leveren van buitengewone omstandigheden, binnen de gestelde termijn en voorwaarden de werken niet uitvoert, heeft de huurder recht op een vergoeding die gelijk is aan achttien maanden huur.
Op verzoek van de huurder is de verhuurder verplicht hem kosteloos de documenten mede te delen waaruit blijkt dat de werken overeenkomstig de bij deze paragraaf gestelde voorwaarden zijn uitgevoerd.
De partijen kunnen evenwel overeenkomen om de mogelijkheid van vroegtijdige beëindiging uit te sluiten of te beperken.”(Woninghuurwet).
Inzake Handelshuur geldt :
“Art.13.De huurder heeft het recht, bij voorkeur boven alle andere personen, de hernieuwing van zijn huurovereenkomst te verkrijgen om dezelfde handel voort te zetten, hetzij bij het verstrijken ervan, hetzij bij het verstrijken van de eerste of de tweede hernieuwing, voor een duur van negen jaar...Art.16.I. De verhuurder kan de hernieuwing van de huur weigeren om een van de volgende redenen :...3° Zijn wil om het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed waarin de afgaande huurder zijn bedrijf uitoefent, weder op te bouwen. Als wederopbouw wordt beschouwd elke verbouwing door een afbraak voorafgegaan, beide de ruwbouw van de lokalen rakende en waarvan de kosten drie jaar huur te boven gaan...”(Handelshuurwet).
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/