Bedankt Lex, dit heb je knap gevonden!
Op beide vragen is er nu een klaar en duidelijk antwoord, zowel voor wat betreft de verschoonbaarheid als de Grondwet.
Voor de rest vond ik nog:Art. 1476 §1 –
§2. De wettelijke samenwoning houdt op wanneer een van de partijen in het huwelijk treedt of overlijdt, of wanneer er een einde aan wordt gemaakt ...
Hieruit kon ik ook afleiden dat wettelijke samenwoners helemaal niet gelijkgesteld werden met gehuwden.
Bovendien zegt volgend artikel iets over het eigendomsrecht:
Art. 1478 - Elk van de samenwonenden behoudt de goederen waarvan hij de eigendom kan bewijzen, de inkomsten uit deze goederen en de opbrengsten uit arbeid.
De goederen waarvan geen van beide wettelijk samenwonenden de eigendom kan bewijzen en de inkomsten daarvan worden geacht in onverdeeldheid te zijn.
Per slot van rekening is jouw antwoord zeer precies.