JuridischForum.be

Twee bedenkingen

1) men verkoopt zijn gezinswoning en zet het geld op een spaarboekje. De partner dient dus succssie te betalen op dat geld.

2) dit geld is bedoeld voor een nieuwbouwwoning (lees nieuwe gezinswoning) die slechts opgeleverd wordt één maand na de verkoop van de vorige gezinswoning. Dus gedurende 1 maand dienen er ook successierechten op die nieuwbouw betaald te worden want men woont er nog niet in.

Er is hier ergens een onrechtvaardigheid. Men verwisselt gewoon van gezinswoning, maar vermits de tweede gezinswoning nog niet af is (ik denk dat het zelden gebeurt dat dit alles gelijktijdig gebeurt) en men één maand dient te wachten geniet men niet van deze vrijstelling van successierechten op de gezinswoning. Heb ik het juist of is er in de wet iets voorzien voor zulke gevallen, men verwisselt toch gewoon en de tijdspanne daartussen is toch zeer klein, speelt dat niet mee?

Jan

In zulke gevallen is er meestal een schuldvordering op de bouwheer-overledene. Dit neutraliseert de aanwezigheid van roerende middelen cs. geld.

De wetgever heeft dit niet voorzien. Het zou kunnen dat er ooit een rechtbank zich in die zin zou uitspreken; dat is in de Personenbelasting meermaals gebeurd.

Nu is die discriminatie (al dan niet ongrondwettelijk) niet nieuw!
In het Vlaams gewest berekent men voor erfenissen in rechte lijn gesplitst over roerend en onroerend.
Wie dus zijn huis (niet noodzakelijk zelfbewoond) verkocht tussen 1,1,1997 en 1,1,2007 om er enkele maanden een ander mee te kopen, en de pech had net te overlijden op het moment dat men alleen geld bezat, zal al snel in de schijf van 9 of 27% beland zijn. Bij gesplitst bezit waren die hogere schijven minder snel bereikt.
Dat is allemaal eigen aan de kenmerken van een maatschappij: de norm is dat man en vrouw gehuwd zijn zonder huwelijkscontract en dat ze 2 kinderen hebben en één eigen huis. De wetgever bevoordeligt bijna altijd dat meest voorkomend beeld.