JuridischForum.be

Graag had ik een antwoord gekregen omtrent het plaatsen van levensverzekeringen in de aangifte van nalatenschap. Vader en moeder hebben allebei een levensverzekering afgesloten op hun eigen naam.
Ze zijn getrouwd met huwelijkscontract van algehele gemeenschap. Vader is overleden en dus moeten deze dingen worden aangegeven. Maar waar hoort het te staan? Onder gemeenschap of eigen goed? En wordt men daar dan allebei reeds op belast ook al is er voor de levensverzekering van mama nog geen uitbetaling? Zou iemand daar mij kunnen mee helpen?

Beste Lena,
Bij het overlijden van een verzekerde wordt het bedrag uitbetaald aan de begunstigde , in voorkomend geval is dat normaal uw moeder. De verzekering moet apart vermeld worden , niet bij gemeenschappelijke noch bij eigen goederen van de overledene , maar als speciaal legaat aan de begunstigde.
Volgens hun huwelijksstelsel zijn de premies betaald met gelden uit de gemeenschap. Nu, art. 8, W. Succ. ( ik bespaar U hiervan de tekst) bepaalt dat in dergelijk geval slechts de helft van het uitgekeerde bedrag onderworpen is aan de successierechten , omdat die andere helft ahw. het resultaat is van een eigen investering.
Vermits moeder nog leeft , is haar verzekering niet uitbetaald en moet die niet vermeld worden.
Een voorbeeld van tekst op de aangifte :

Door het overlijden van de h. XX werd door verzekeringsmaatschappij ZZ , volgen polis nr .... , een bedrag uitbetaald van ? ... aan Mevr. AB , echtgenote van de overledene. Vermits de premies met gemeenschappelijke gelden werden uitbetaald , komt de helft hiervan of ? ... in de nalatenschap.

Groeten.

Dank je wel voor je reactie.
Maar nog steeds blijft er twijfel bestaan of de levensverzekering van mama moeten worden aangegeven. De registratiekantoren die ik contacteerden zeiden me dat het wel moest , anders wordt je beboet.
Is er een wettekst die uitsluitsel kan geven en waarmee ik hen kan aantonen dat het niet moet worden aangegeven?
Ofwel hangt het af van het feit of de verzekeringen het al dan niet doorgeven.
Ik weet het niet meer.
Groeten

?Art.1405.Gemeenschappelijk zijn :4. alle goederen waarvan niet bewezen is dat zij aan een der echtgenoten eigen zijn ingevolge enige wetsbepaling.?(B.W.=Burgerlijk Wetboek).

Geen wet bepaalt dat een levensverzekering van een der echtgenoten EIGEN is.Ook ?de levensverzekering van mama? behoort dus tot het gemeenschappelijk huwelijksvermogen.

?Art.227.Het huwelijk wordt ontbonden:1?.door de dood van een van de echtgenoten...?(B.W.).Hierdoor wordt het gemeenschappelijk huwelijksvermogen een ?onverdeeldheid? waarvoor geldt ?Art.577-2.?2.De onverdeelde aandelen worden vermoed gelijk te zijn?(B.W.).

Moeder blijft dus volle eigenaar van haar helft van haar levensverzekering.Voor vaders helft van moeders levensverzekering geldt ?Art.745?Zij(=de kinderen) erven voor gelijke delen en bij hoofden?Art.745bis.Wanneer de overledene afstammelingen, geadopteerde kinderen of afstammelingen van deze achterlaat, verkrijgt de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik van de gehele nalatenschap??(B.W.).

?Art.15.Het successierecht is verschuldigd op de ALGEMEENHEID der aan de overledene...toebehorende goederen...Art.42.De aangifte van nalatenschap vermeldt:...VI.Nauwkeurige aanduiding en begroting,artikelsgewijze,van AL de goederen die het belastbaar actief uitmaken?(Wetboek Successierechten 31 maart 1936).

Vaders helft van moeders levensverzekering dient dus nauwkeurig aangeduid en begroot in de aangifte van zijn nalatenschap.

Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) in http://just.fgov.be .Klik in de balk achter ?Juridische aard? op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts en zoek daar de nodige WetBOEKEN.

Ga naar http://www.fisconet.fgov.be/ voor het Wetboek Successierechten.

Lena,
de werkwijze die ik in vorig bericht heb meegedeeld , heb ik reeds meermaals toegepast, en dat heeft geen problemen gegeven. Inderdaad , in een huwelijk met een gemeenschapsstelsel is alles van de beide echtgenoten voor de helft. Dus , in principe moet de (afkoopwaarde van de) verzekering van moeder ook in de nalatenschap vermeld worden.
Edoch , er is een contradictie in de wet , waaraan de Registratie zelf een eigen interpretatie geeft.
Ik ben niet van plan dikwijls een wetsartikel over te nemen , wegens ambtelijke en moeilijk te verstane woorden , maar nu wel. Art. 127 van de wet op de Landverzekeringsovereenkomst zegt : " de aanspraken ontleend aan de verzekering , die een in gemeenschap van goederen getrouwde echtgenoot ten behoeve van de andere of van zichzelf heeft bedongen , is een eigen goed van de begunstigde echtgenoot."
De verzekering van vader is dan weer voor de helft betaald (de premies toch) door uw moeder , dus het uitgekeerde bedrag is voor de helft belastbaar. Vermits het een eigen goed is van uw moeder , is de opbrengst volledig voor haar.
Voor de verzekering die uw moeder afsloot , is er geen uitkering want geen overlijden van de verzekerde. Volgens een circulaire van 25 februari 2003 valt die buiten de belaste nalatenschap , in tegenstelling met de overeenstemmende artikelen in het Burgerlijk Wetboek. Sommige verzekeringsmaatschappijen echter geven die verzekering , op het hoofd van de langstlevende, ook al door aan de Registratie , die maar al te gretig de successierechten int.
Indien uw verzekeringsmaatschappij de verzekering van uw moeder niet heeft meegedeeld , kan U zonder problemen ze onvermeld laten in de aangifte.

?Deze bepalingen(huidige art.127 en 128 Wet Landverzekeringsovereenkomst) zijn slechts toepasselijk als het gaat om de 'betaling van het bedongen bedrag bij het overlijden van de verzekerde' aan zijn echtgenote,doch niet bij uitoefening van het recht op afkoop,door de alleeneigenaar van het gevestigde kapitaal?(Cass. 27 juni 1986,R.W. 1986-87,1685-1687,noot).

Ook hier gaat het niet om ?AANSPRAKEN ontleend aan de verzekering?(='betaling van het bedongen bedrag bij het overlijden van de verzekerde').

?De art.127,128 en 148,?3 Wet Landverzekeringsovereenkomst SCHENDEN de artikelen 10 en 11 Grondwet,doordat zij tot gevolg hebben dat,wanneer twee echtgenoten gemeenschap van goederen hebben,??n van beiden een levensverzekering heeft aangegaan om de goede afloop van de terugbetaling van gemeenschappelijke leningen te waarborgen en,nadat die terugbetaling is gedaan,om een kapitaal op te leveren,niet voor de langstlevende echtgenoot van de verzekeringnemer,maar enkel voor deze laatste ingeval hij een overeengekomen leeftijd zou bereiken,en bovendien de premies ten laste van de gemeenschappelijke goederen zijn betaald,dat kapitaal eigen is en slechts aanleiding geeft tot vergoeding indien de premiebetaling die ten laste van het gemeenschappelijk vermogen zijn gedaan kennelijk de mogelijkheden ervan te boven gaan?(Arbitragehof nr.54/99,26 mei 1999,B.S.990818)

Zelfs indien BEIDE echtgenoten een levensverzekering sloten,dan nog zijn de aanspraken ontleend aan de verzekering en het premietotaal van elke echtgenoot niet noodzakelijk gelijkwaardig.De wetgever heeft totnogtoe aan die schending geen einde gemaakt.