JuridischForum.be

Ik meen ooit gehoord te hebben dat men successierechten op een levensverzekering kan vermijden door de premies door de partner te laten betalen.

Maw. indien ik de premies van mijn levensverzekering betaal, gaat men er bij mijn overlijden van uit dat de uitbetaalde som van de levensverzekering ook mijn eigendom was. Aldus zal mijn echtgenote hierop successierechten moeten betalen.

Indien echter mijn echtgenote de maandelijkse premies van mijn levensverzekering zou betaald hebben, wordt het bedrag bij mijn overlijden rechtstreeks aan haar uitbetaald en ook als haar eigendom beschouwd, zodat er dus geen successierechten op moeten betaald worden.

Aldus zou een koppel best kruiselings de premies betalen, ttz. de man betaald de levensverzekering van de vrouw en omgekeerd.

Bij een levensverzekering kan men uiteraard altijd de begunstigde bepalen, doch de successierechten zouden ervan uitgaan wie de premies betaald heeft.

Is dit juist, of is dit een fabeltje ?

In de veronderstelling dat u getrouwd bent met een gemeenschapsstelsel: beschikt u over eigen goederen om die premies te betalen en kan u dat bewijzen?

In de veronderstelling dat u getrouwd bent met een gemeenschapsstelsel: beschikt u over eigen goederen om die premies te betalen en kan u dat bewijzen?

De vraag was eerder algemeen, en niet enkel van toepassing op mijn situatie, maar voor het geval dit belang heeft : wij zijn gehuwd onder het stelsel van de zuivere scheiding van goederen.

beschikt u over eigen goederen om die premies te betalen en kan u dat bewijzen?

Indien beiden werknemer zijn, veronderstel ik dat het geen probleem zal zijn om te bewijzen dat deze ook daadwerkelijk door de (overlevende) partner werden betaald.

Wat is nu de conclusie ?

In verzekeringstermen spreekt men altijd over drie mogelijke "figuranten" die kunnen opduiken; in sommige gevallen draagt ??n bepaalde persoon meerdere kostuums.

1) de persoon die de verzekering afsluit = de persoon die de verzekeringspremies betaalt (volgens mij is dat in elk geval onscheidbaar)
2) de persoon op wiens hoofd men de verzekering sluit, maw de persoon van wiens overlijden men een bepaalde gebeurtenis laat afhangen
3) de begunstigde = diegene die een uitkering krijgt.

Een contract vat ik dan ook samen als volgt:
vb 1:
Ik (1) sluit een verzekering af op mijn hoofd (2); als ik sterf krijgt zij (3) geld. Dat is volgens mij wel belastbaar als artikel 8 (want op die manier zou ik erfenisrechten kunnen omzeilen: ik geef iets uit mijn vermogen aan een maatschappij die het bij mijn dood moet geven aan een derde: ik heb eigenlijk een testament gemaakt in haar voordeel maar mijn geld is weg bij mijn overlijden en toch komt het bij haar).

ander vb 2:
Ik (1) sluit een levensverzekering (LV) af op het hoofd van mijn vrouw (2): als zij sterft, krijg ik (3) geld. Dat is volgens mij niet belastbaar in de successierechten als de vrouw eerst sterft. De premies komen uit mijn vermogen en komen terug in mijn vermogen bij haar overlijden.

Echter, als ik eerst zou sterven, kan dat contract niet meer uitgevoerd worden. Er ontstaat een afkoopwaarde die toekomt aan mijn nalatenschap (en die belastbaar is als artikel 1 + 15).

Wat willen de meeste mensen bekomen van hun levensverzekeringen? Dat bij het overlijden van de partner, zij en zij alleen geld krijgen. Beide partners zullen dus een LV sluiten zoals in mijn vb. 2: niet belastbaar of wel naargelang wie eerst overlijdt.

Voor vb. 1 geldt hetzelfde: wel belastbaar of niet ngl. wie eerst overlijdt.

Ik volg uw redenering maar zie in praktijk geen verschil. Men moet er immers rekening mee houden dat het "de verkeerde" kan zijn die eerst sterft.


(PS voor mensen gehuwd met een gemeenschapsstelsel liggen de zakan anders omdat er wordt verondersteld dat het steeds de gemeenschap is die de premies betaalt - vandaar mijn vraag naar eigen inkomsten).

Wat verzekeringen betreft is het als volgt qua successierechten:

VZN = Verzekeringsnemer
VZDE = Verzekerde
B = Begunstigde

VZN + VZDE = overleden echtg en B = Langstlevende echtgenoot en de premie behoort tot eigen vermogen langstlevende => geen successierechten, indien premie behoort tot gemeenschappelijk vermogen => op 50% successie te betalen

VZN = Langstlevende echtg VZDE = Overleden echtg en B= Langstlevende echtg, premie behoort tot eigen vermogen langstlevenden => geen successie, indien premie tot gemeenschappelijk vermogen behoort => op 50% successie te betalen

VZN = derde persoon, VZDE = overleden echtg en B= Langstlevende echtg en de premie komt van de derde persoon => op 100% successie te betalen.

Om successierechten voor de langstlevende (bij wettelijk stelsel) te vermijden komt het er dus op aan om te kunnen bewijzen dat de premies gestort zijn uit het eigen vermogen en niet uit het gemeenschappelijk vermogen, waar de fiscus sowieso vanuit gaat.