Ongeveer 1 jaar geleden, in februari 2020, stierf mijn vader en liet hij mij de naakte eigendom van een onroerend goed na (afkomstig uit de nalatenschap van mijn grootvader). Dit onroerend goed werd indertijd door de notaris geschat en opgenomen in de aangifte van nalatenschap van mijn vader. Er werd dus geen gebruik gemaakt van een erkende schatter.
Mijn grootmoeder woonde nog steeds in dat huis, maar besloot onlangs om dit te verkopen. Op 30 september 2021 werd het huis in volle eigendom verkocht, dus zowel het deel van mijn grootmoeder als mijn deel in de naakte eigendom.
Reeds een week voor de verkoop bracht ik mijn notaris op de hoogte (via mail) dat hiervoor een aanvullende aangifte moet ingediend worden, gezien het huis binnen de 2 jaar na vererving werd verkocht én het huis verkocht werd aan het hogere prijs dan de initieel geschatte waarde. Ik was onder de indruk dat mijn notaris deze aangifte had ingediend, aangezien zij mij vroegen om de verkoopakte en het verrekeningsdocument te verschaffen, hetgeen ik gedaan heb een week voor de datum van verkoop. Helaas wist ik zelf maar laattijdig af van het bod op het huis en de wens van mijn grootmoeder om het huis te verkopen, waardoor ik mijn notaris niet veel vroeger op de hoogte kon stellen.
Vandaag (22 november 2021) kreeg ik een brief in de bus (d.d. 17/11/2021) van de Vlaamse Belastingdienst. Hierin geeft de taxatie ambtenaar een voorstel van ambtshalve aanslag. Naast de bijrechten op de meerwaarde, zou ik ook een boete/ belastingverhoging van 15% op deze aanvullende rechten moeten betalen. De reden voor deze ambtshalve aanslag is dat 'er geen aangifte werd ingediend op ons kantoor'. Blijkt dus dat mijn notaris geen aangifte heeft ingediend. Momenteel onderzoek ik dus de kwestie zelf verder, omdat ik mijn vertrouwen in hen wat kwijt ben.
Graag wou ik te weten komen hoelang ik de tijd had/heb om deze tekortschatting aan te geven opdat er geen boete verschuldigd is?
Mijn gedachtegang:
- Artikel 2.7.7.0.1 VCF: de erfbelasting wordt ambtshalve gevestigd als de aangifte niet is ingediend binnen de termijn, vermeld in artikel 3.3.1.0.5 VCF en artikel 3.3.1.0.6 VCF.
- Artikel 3.3.1.0.5 §2 VCF: De termijn voor indiening van de aangifte is 4 maanden vanaf de datum van overlijden.
- Artikel 3.3.1.0.6 VCF: Er moet een nieuwe aangifte ingediend worden volgens 2° (actieve samenstelling vermeerdert) of 3° (verandering in de devolutie van de nalatenschap).
Lid 3: In gevallen 2° tem 4° begint de aangiftetermijn op een van de volgende data:
1° ...;
2°: vanaf de gebeurtenis in alle andere gevallen.
--> Mijn gedachtegang: Ik moest de nieuwe aangifte indienen binnen de 4 maanden na "de gebeurtenis", dewelke vermoedelijk de verkoop van het onroerend goed is. Aangezien de verkoop plaatsvond op 30/09/2021, zou de aangiftetermijn (ongeveer) op 30/01/2022 moeten verlopen.
Kan iemand me vertellen of mijn gedachtegang correct is? Na verschillende opzoekingen vond ik ook dat deze aangifte 'spontaan' moet gebeuren, is dit dan uitsluitend op het moment van de verkoop zelf? Dit lijkt mij nogal extreem...
Indien mijn conclusie (aangiftetermijn = 4 maanden vanaf verkoop) klopt, waarom krijg ik dan nu al een ambtshalve aanslag in mijn brievenbus?
Alvast heel erg bedankt voor jullie inzichten!