Verduidelijking bij huwelijkscontract

[Jalvit]

Beste,
Een echtpaar is gehuwd met huwelijkscontract waarvan hierna de artikelen letterlijk weergegeven worden.

art.1 De aanstaande echtgenoten verklaren het stelsel der wettelijke gemeenschap van goederen, zoals dit vastgelegd is door artikel veertienhonderd en volgende van het Burgerlijk Wetboek, tot grondslag te nemen van hun huwelijk.
art.2 Ten titel van huwelijksovereenkomst tussen de vennoten wordt er bedongen - voor het geval dat het huwelijk door overlijden ontbonden wordt - dat, zowel bij bestaan als bij ontstentenis van kinderen, geboren uit dit huwelijk, de roerende goederen der gemeenschap in volle eigendom en de onroerende goederen van dezelfde gemeenschap voor de helft in volle eigendom en voor de andere helft in vruchtgebruik aan de langstlevende hunner zal toebehoren, gelijkvormig artikel vijtienhonderd twintig van het Burgerlijk Wetboek.

Verdere situatie:
Er is 1 meerderjarig (38j) gehandicapt kind. Onroerend goed (gezinswoning) 250.000 Euro. Roerende goederen 300.000 Euro.
Een der echtgenoten komt te overlijden.
Hoe gebeurt de verdeling en wat zijn de successierechten (Vlaams gewest, LLe is 65 jaar) ?
Wordt het aanbevolen om het bestaande huwelijkscontract aan te passen? Indien zo, naar welk stelsel, wat zijn (bij benadering) de kosten hierop en op welke termijn is er te voorzien voor een dergelijke aanpassing?

Bedankt voor uw aandacht en antwoord.

[wolf2]

Dit betekent dat de goederen uit het gemeenschappelijk vermogen verdeeld worden als volgt:
* de roerende goederen in volle eigendom naar de langstlevende en niets naar de nalatenschap
* de onroerende goederen voor de 1/2 in volle eigendom en voor de 1/2 in vruchtgebruik. Of dit laatste er nu stond of niet, het maakt geen enkel verschil. Krijgt de langstlevende het VG niet uit het huwelijksrecht, dan krijgt ze dat uit het erfrecht: voor de fiscus is de berekening hetzelfde en ook burgerlijk volgt er geen verschil.

Of het simpel voor te stellen mocht vader sterven:
- de bankrekening 100% naar moeder
- het huis 50% naar moeder + het vruchtgebruik op de andere 50%.

Verdere berekening:
* moeder:
-aandeel in gezinswoning = nul (in Vlaams Gewest)
-roerend: overbedeling van 150.000, door haar alleen, geen verminderingen:
50000 à 3% = 1500
100000 à 9% = 9000
Som moeder = 10500 belastingen.

*kind:
-aandeel in huis: 62% van 1/2 = 31% van 250.000 = 77.500
vermindering handicap (>=66%): 16x3000=48000
belasten op: 29500: à 3% = 885 belastingen.
- aandeel in roerend = nul.

Ik zou het stelsel niet wijzigen indien het gehandicapte kind (de blote eigenaar van de RG) handelingsonbekwaam is.

[Jalvit]

Bedankt voor het snelle en duidelijke antwoord.
Het kind heeft handicap van 66% en is handelingsbekwaam.

Wat bij later overlijden van tweede partner (moeder) met betrekking tot successie op vermelde roerend en onroerend kapitaal (er van uitgaand dat dit bedrag onveranderd gebleven is)? Wordt dit dan niet ongunstig qua te betalen successie door het kind?

[wolf2]

Inderdaad, bijna altijd als men afwijkt van de wettelijke verdeling zal het duurder uitvallen.

Hoeveel successierechten men zal betalen, is maar één aspect van de zaak. Men moet ook kijken naar de burgerlijke voor- en nadelen.

Als ik volle eigenaar ben van geld, dan heeft dat het voordeel dat niemand zich moet moeien met mijn beleggingen, mijn keuzes, mijn verbruik enz.
Als ik alleen maar het VG heb, is de situatie gans anders.

Je kan onderhands schenken aan een kind tegen 3% en zelfs aan 0% als je nog 3 jaar leeft.

Je kan schenken aan 3% en het geld toch maar laten "gaan" na je overlijden.

Enz...

Ik vind de de verschillende behandeling OG en RG dus perfect.

[Jalvit]

Nog een bijkomend vraagje.
Indien er een handgift van het echtpaar gebeurt (bv 25.000 Euro) naar het kind en een der partners komt binnen een termijn van 3 jaar te overlijden. In de aangifte wordt deze gift opgenomen.
Wordt het kind dan belast met 3% heffing op dit bedrag of komt dit bedrag bij de actief vermogen van de langstlevende echtgenoot, en dus heffing van 9% (indien dit gedeelte boven de 25000 uitstijgt)?

[wolf2]

Indien er een handgift van het echtpaar gebeurt (bv 25.000 Euro) naar het kind en een der partners komt binnen een termijn van 3 jaar te overlijden. In de aangifte wordt deze gift opgenomen.

Beide ouders hebben geschonken: we rekenen dus maar met de 1/2 verder.

Indien bewezen wordt dat het kind de begunstigde is, komt er 12500 bij het netto-aandeel van het kind. Afhankelijk van de hoogte, wordt er dan belast aan 3 of 9 of 27%.
Maar het probleem is natuurlijk te bewijzen bij een handgift wie de begunstigde is. Zijn er aangetekende brieven heen en weer gestuurd?

Indien dat bewijs niet geleverd kan worden, maakt de fiscus 2 berekeningen en neemt ze de duurste van de 2:
* één zoals hiervoor
* een andere waarbij 12500 gevoegd wordt bij het actief van de nalatenschap: alle erfgenamen delen er dan in en er wordt bij elk belast aan "hun" schijf.

Handgiften, als er maar één kind is, worden meestal enkel aangegeven als men moet bewijzen waar geld uit bvb. een andere erfenis of uit een verkoop van een huis naartoe is.
(= "artikel 7 is de laatste reddingsboei om artikel 108 te weerleggen").