procedure (termijn) inkorting

[DKnWhy?]

Reservataire erfgenamen kunnen inkorting vragen als "een ander" meer heeft gehad dan het beschikbare deel. Hoe moet deze inkorting gevraagd worden en vooral wanneer, binnen welke termijn? Bij het overlijden, bij de aangifte? Binnen een bepaalde termijn?

[j.demoor]

“Art.920.Beschikkingen, hetzij onder de levenden, hetzij ter zake des doods, die het beschikbaar gedeelte overschrijden, kunnen na het openvallen van de erfenis tot dat gedeelte ingekort worden.”(B.W.=Burgerlijk Wetboek).

Door het aanvaarden van de verdeling vervalt uw recht inkorting te vorderen op schenkingen die u geacht werd te kennen.

Bij ontbreken van een bijzondere verjaring geldt t.a.v. de andere inkortingen “Art.2262bis,§1.Alle persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van tien jaren...”(B.W.).

Echter : “Art.887 Verdelingen kunnen worden vernietigd wegens geweld of bedrog...”(B.W.).

Ga volledigheidshalve naar (Belgische wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in http://just.fgov.be/.Klik voor WetBOEKEN in de balk achter ’Juridische aard’ op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts.Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten.

[DKnWhy?]

Bedankt voor uw snel antwoord. Dit was inderdaad wat ik ook dacht. Ik heb direct ook een bijkomende vraag. Gelijkaardige vraag, maar dan over inbreng. Het recht van inkorting moet de benadeelde erfgenaam zelf eisen, maar inbreng gebeurt - als ik me niet vergis - automatisch, zonder dat men het moet eisen (tenminste als de erflater in zijn schenkingsakte niet had opgenomen dat de schenking buiten erfdeel of bij vooruitmaking gebeurde). Wat als bij de boedelbeschrijving geen inbreng gebeurt terwijl dit wel had moeten gebeuren?
Of voor de verschillende scenario's:
- Wat als de benadeelde erfgenaam op de hoogte was van de schenking en van deze regel afwist?
- Wat als de benadeelde erfgenaam op de hoogte was maar niet van deze regel afwist? (of moet de notaris dit altijd uit zichzelf vragen en uitleggen?)
- Wat als de benadeelde niet op de hoogte was van de schenking maar er later achter komt?)

[j.demoor]

“Art.843.Ieder erfgenaam die tot een erfenis komt, moet, zelfs indien hij onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaardt, aan zijn medeërfgenamen inbreng doen van al hetgeen hij van de overledene, bij schenking onder de levenden, rechtstreeks of onrechtstreeks ontvangen heeft...Art.844.Zelfs ingeval de giften en legaten gedaan zijn bij vooruitmaking of met vrijstelling van inbreng, mag de erfgenaam ze bij de verdeling slechts behouden ten belope van het beschikbaar gedeelte; het meerdere is aan inbreng onderworpen.”(B.W.=Burgerlijk Wetboek).

“Art.792.De erfgenamen die goederen van de nalatenschap hebben weggemaakt of verborgen gehouden, verliezen de bevoegdheid om de nalatenschap te verwerpen; al verwerpen zij deze, toch blijven zij zuiver erfgenaam, zonder op enig aandeel in de weggemaakte of verborgen gehouden zaken aanspraak te kunnen maken”(B.W.).

‘Voor inkorting vatbare schenkingen zijn goederen van de nalatenschap zodat het bedrieglijk verkrijgen onder toepassing van art.792 B.W. valt‘(Cass. 25 oktober 1985,R.W. 1985-86,1856).

[DKnWhy?]

Opnieuw bedankt voor het snelle antwoord! Het is me evenwel nog niet duidelijk of en hoe de benadeelde erfgenaam hiertegen kan optreden.

De situatie is de volgende:
Zoon 1 krijgt een zaak geschonken van vader. Bij overlijden van vader wordt "de rest van de nalatenschap" (maar niet de zaak, deze werd - onterecht blijkt nu - niet in de nalatenschap opgenomen) verdeeld onder de twee zonen (+ vruchtgebruik moeder). De zoon heeft nu pas kennis van de regel ivm inbreng. De gift is nog geen waarde bepaald, dus het is onbekend of aan het reservataire deel van zoon 2 geraakt is. Los daarvan, had inbreng sowieso moeten gebeuren (er is geen schenkingsakte, dus geen schenking bij vooruitmaking of buiten erfdeel, maar standaard als voorschot op het erfdeel). Kan de zoon 2 nog iets doen? (Opnieuw de inkorting die eventueel nog geëist had kunnen worden buiten beschouwing gelaten en waarvoor het nu te laat is.)

[DKnWhy?]

niemand?