Stel een koppel gehuwd onder volledige scheiding van goederen, met 1 (volwassen) kind.
De echtgenote heeft een jaar voor haar overlijden een schenking van 100.000 EUR gekregen van haar ouders, weke geregistreerd werd (en dus schenkingsrechten betaald).
De echtgenoot heeft dit geld ondertussen op eigen rekening gestort, en beweert bij het overlijden van zijn vrouw dat dit geld werd 'opgesoupeerd', niet alleen om er geen successie op te moeten betalen, maar ook om te vermijden dat het kind hiervan zijn deel opeist.
De schenking wordt door de notaris wel aangegeven in de aangifte van de nalatenschap, echter met de vermelding dat het geld op is, en aldus niet opgenomen in de activa.
Gezien het kind onmogelijk het tegendeel kan bewijzen, kan het moeilijk anders dan de aangifte aldus mee te ondertekenen.
De registratie vraagt uiteraard bewijzen dat dit geld op is, welke niet kunnen geleverd worden. Zij gaan er dus van uit dat het geld zich nog in de nalatenschap bevond, en zal hierop dus extra successierechten aanrekenen.
Het bedrag werd niet echt verzwegen, en de belasting kan ook het tegendeel niet bewijzen (tzz. dat het niet werkelijk op is).
Zal er hier dan toch nog een boete op betaald moeten worden ?
De niet betwiste successierechten werden ondertussen reeds door vader en kind betaald.
Ik veronderstel echter dat de registratie de extra successierechten (en eventuele boete) ook van beiden zal opeisen, ondanks dat zij ook duidelijke bewust zijn dat de vader het geld heeft achtergehouden ten opzichte van het kind.
Is er een manier voor het kind om de belastingen te verplichten om de betwiste bedragen bij de vader op te laten eisen ?