Ik ga ervan uit dat uw ouders uit de echt gescheiden zijn en dat de 3 antieke meubels die uw ouders kochten bij de vereffening-verdeling van de huwelijksgemeenschap aan uw vader toebedeeld werden.Hij was er dus bij zijn overlijden enig eigenaar van.
Ik ga ervan uit dat uw vader en zijn vriendin WETTELIJK samenwoonden in de zin van art.1475 e.v. Burgerlijk Wetboek(=B.W.).
“Artikel 745octies. § 1. De langstlevende WETTELIJK samenwonende verkrijgt, met welke erfgenamen hij ook tot de nalatenschap komt, het vruchtgebruik van het onroerend goed dat tijdens het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende en van het daarin aanwezige HUISRAAD...”(B.W. en 28 MAART 2007. - Wet tot wijziging, wat de regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende betreft, van het Burgerlijk Wetboek).
‘de 3 antieke meubels’ behoren tot ‘het daarin aanwezige HUISRAAD’ zodat de langstlevende wettelijk samenwonende er het vruchtgebruik van verkreeg terwijl vaders kind(eren) er de blote eigendom van erfden.
Voornoemde wet van 28 MAART 2007 verscheen in het Staatsblad van 8 mei 2007,zodat ze pas van kracht werd op 18 mei 2007,zijnde na vaders overlijden.Hieruit volgt dat de langstlevende WETTELIJK samenwonende geen enkele aanspraak kan laten gelden op vaders nalatenschap,tenzij bij testament.Wel wordt zij geacht voor de helft medeeigenaar te zijn van de onverdeelde boedel,tenzij bewijs van het tegendeel.
‘Men bakt geen omeletten zonder eieren te breken’.
Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in
http://just.fgov.be .Klik in de balk achter ’Juridische aard’ op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts en zoek daar de nodige WetBOEKEN.