Wat is in een rechtszaak de waarde van een uitspraak van een partij, gedaan in briefwisseling tussen de partijen?
Geplaatst: 19 feb 2022 12:57
Mag ik de volgende vraag stellen, aub? Ze kadert in een procedure voor de vrederechter, waar het een vordering tot ontruiming van een garage betreft.
Na het overlijden van de ouder zijn beide partijen mede-eigenaar van de ouderlijke woning. 1 van de kinderen (ik) neemt de ouderlijke woning over, maar het andere kind (tegenpartij) heeft in de garages nog 6 autowrakken staan die hij maar niet ontruimt. Tijdens de onverdeeldheid moest hij een bezettingsvergoeding betalen voor het gebruik van de garages (ik een woonstvergoeding voor de ouderlijke woning) .
M.i. dient tegenpartij de bezettingsvergoeding ook verder te betalen na het ophouden van de mede-eigendom en dit tot op datum van de volledige ontruiming van de garages?
In de periode na de mede-eigendom, wat m.i. een bezetting van de garages is zonder recht noch titel, schrijft tegenpartij in de briefwisseling tussen de partijen (ik in persoon/zonder bijstand van adv, tegenpartij met adv) dat hij de bezettingsvergoeding slechts moet betalen tot op datum waarop hij mij de vraag stelde wanneer hij zijn auto's kon ophalen (wat voor mij kon binnen de week, mits vooraf even concreet af te spreken wanneer hij zou komen, doch hierop werd door tegenpartij nooit geantwoord). In een volgende brief schrijft hij dat hij geen bezettingsvergoeding meer moet betalen, gezien de 'slechte staat waarin de garages zich bevinden'...
Ik antwoordde hem schriftelijk dat hij zelf, ontegensprekelijk, in zijn brief bevestigde dat hij de bezettingsvergoeding verder verschuldigd is, maar dit niet alleen tot datum van zijn vraag wanneer hij de garages kon leegmaken, maar wel tot op datum van de volledige ontruiming van de garages.
Ik verwijs in mijn conclusie naar deze briefwisseling en de concrete passages.
In zijn conclusie schrijft de adv nu dat "het ter zake geen zin heeft de totale 'beweerde' briefwisseling tussen partijen te gaan voorleggen en te gaan ontleden".
Moet ik daaruit nu begrijpen dat wat over en weer tussen partijen werd geschreven in de rechtbank geen waarde heeft en ik niets ben met zijn brief waarin hij in een van zijn brieven zelf ontegensprekelijk zegt dat hij een bezettingsvergoeding verschuldigd is?
Alvast dank voor mogelijke toelichting!
Na het overlijden van de ouder zijn beide partijen mede-eigenaar van de ouderlijke woning. 1 van de kinderen (ik) neemt de ouderlijke woning over, maar het andere kind (tegenpartij) heeft in de garages nog 6 autowrakken staan die hij maar niet ontruimt. Tijdens de onverdeeldheid moest hij een bezettingsvergoeding betalen voor het gebruik van de garages (ik een woonstvergoeding voor de ouderlijke woning) .
M.i. dient tegenpartij de bezettingsvergoeding ook verder te betalen na het ophouden van de mede-eigendom en dit tot op datum van de volledige ontruiming van de garages?
In de periode na de mede-eigendom, wat m.i. een bezetting van de garages is zonder recht noch titel, schrijft tegenpartij in de briefwisseling tussen de partijen (ik in persoon/zonder bijstand van adv, tegenpartij met adv) dat hij de bezettingsvergoeding slechts moet betalen tot op datum waarop hij mij de vraag stelde wanneer hij zijn auto's kon ophalen (wat voor mij kon binnen de week, mits vooraf even concreet af te spreken wanneer hij zou komen, doch hierop werd door tegenpartij nooit geantwoord). In een volgende brief schrijft hij dat hij geen bezettingsvergoeding meer moet betalen, gezien de 'slechte staat waarin de garages zich bevinden'...
Ik antwoordde hem schriftelijk dat hij zelf, ontegensprekelijk, in zijn brief bevestigde dat hij de bezettingsvergoeding verder verschuldigd is, maar dit niet alleen tot datum van zijn vraag wanneer hij de garages kon leegmaken, maar wel tot op datum van de volledige ontruiming van de garages.
Ik verwijs in mijn conclusie naar deze briefwisseling en de concrete passages.
In zijn conclusie schrijft de adv nu dat "het ter zake geen zin heeft de totale 'beweerde' briefwisseling tussen partijen te gaan voorleggen en te gaan ontleden".
Moet ik daaruit nu begrijpen dat wat over en weer tussen partijen werd geschreven in de rechtbank geen waarde heeft en ik niets ben met zijn brief waarin hij in een van zijn brieven zelf ontegensprekelijk zegt dat hij een bezettingsvergoeding verschuldigd is?
Alvast dank voor mogelijke toelichting!