#2 , 22 jan 2009 11:37
Als houder van een recht op VG (ik neem aan: een levenslang VG) mag U:
* zelf bewonen of gebruiken
* verhuren aan een ander
* gratis laten bewonen of gebruiken door een ander
* uw VG verkopen (dat zal dan wel maar duren zolang U leeft)
* een ander VG vestigen op uw VG (idem).
De laatste 2 mogelijkheden komen in de praktijk weinig voor.
Als houder van een Recht van Bewoning mag U er enkel ZELF in wonen of er gebruik van maken, samen met uw gezin (en dan nog maar voor zover U het nodig heeft, als het zou gaan om iets heel groot: dan enkel wat nodig is voor één gezin, het uwe). U mag NIET verhuren; NIET laten gebruiken door een ander; NIET uw recht verkopen. Het is met andere woorden een recht dat aan uw persoon kleeft.
De grootste beperking is dat U altijd in dat huis zou moeten wonen; een vruchtgebruiker kan verhuren en elders gaan wonen met die huur.
Een RVB is dus minder waard dan een VG.