JuridischForum.be

Dag Leden,

Nadat ik al wat op het forum het opgezocht maar niet concreet iets heb gevonden wat vergelijkbaar is:
Ik had graag wat info over volgende zaak:

Bij een standaard huwelijk onder wettelijk stelsel veronderstel ik dat de eigendommen voor het huwelijk verworven ook eigendom blijven van elke persoon ? Correct?

Indien correct, wat indien 1 van deze 2 personen overlijdt en er een testament werd opgemaakt waarin de overledene genoteerd heeft dat zij het grootste deel van haar nalatenschap aan haar echtgenoot nalaat?

Er is 1 wettelijke erfgenaam (zoon)

Volgens wat ik kan terugvinden is er dus standaard 50% reservatair voor de zoon en 50% voor de echtgenoot. Hoe zit het op dat moment met de eigendommen die voor het huwelijk vergaard werden (effectenrekeningen, voertuigen, enz...) vallen deze ook te verdelen onder de 2 erfgenamen of enkel naar 1 van de 2 (rekening houdende met het testament)?

Hopelijk kan er iemand mij hiermee met extra info helpen.

Dank
Mvg
Jos

Bij een standaard huwelijk onder wettelijk stelsel veronderstel ik dat de eigendommen voor het huwelijk verworven ook eigendom blijven van elke persoon ? Dat is juist.

wat indien 1 van deze 2 personen overlijdt en er een testament werd opgemaakt waarin de overledene genoteerd heeft dat zij het grootste deel van haar nalatenschap aan haar echtgenoot nalaat?
Er is 1 wettelijke erfgenaam (zoon) Dan wordt de erfenis van de zoon herleid tot de helft van wat hij normaal zou erven.

Volgens wat ik kan terugvinden is er dus standaard 50% reservatair voor de zoon en 50% voor de echtgenoot. Zonder testament is 100 percent van de nalatenschap voor de enige zoon, in blote eigendom, en vruchtgebruik daarvan voor de langstlevende. De nalatenschap is de som van de helft van de gemeenschappelijke bezittingen + alle persoonlijke bezittingen (= van voor huwelijk of door erfenis verkregen).

Hoe zit het op dat moment met de eigendommen die voor het huwelijk vergaard werden (effectenrekeningen, voertuigen, enz...) vallen deze ook te verdelen onder de 2 erfgenamen of enkel naar 1 van de 2 (rekening houdende met het testament)?Zelfde regel. Indien geen wilsbeschikking alles naar zoon in blote eigendom en vruchtgebruik naar langstlevende.

BASISREGEL= Zonder wilsbeschikking die anders bepaalt ERVEN ECHTGENOTEN NIET VAN ELKAAR ALS ER KINDEREN ZIJN.
Echtgenoten verkrijgen enkel het vruchtgebruik.

Hoe zit het op dat moment met de eigendommen die voor het huwelijk vergaard werden (effectenrekeningen, voertuigen, enz...) vallen deze ook te verdelen onder de 2 erfgenamen of enkel naar 1 van de 2 (rekening houdende met het testament)?Zelfde regel. Indien geen wilsbeschikking alles naar zoon in blote eigendom en vruchtgebruik naar langstlevende.


Dus indien er in het testament staat dat zij het grootste deel van haar nalatenschap aan haar echtgenoot schenkt slaat dit ook op alle eigendommen die van haar waren voor dit huwelijk? De zoon zal dus van dit alles slechts de helft van de helft erven?

Misschien even op een andere manier proberen uitleggen.
Dit gaat over een huwelijk zonder huwelijkscontract.
Man bezat 1.000 voor het huwelijk; vrouw 100. Tijdens hun huwelijk hebben ze 10.000 "vergaard".
Man sterft eerst; er is één kind.

Stap 1: de gemeenschap moet verdeeld worden. Er gaat 5.000 naar de vrouw; en 5.000 naar de nalatenschap van de man.

Stap 2: hoe groot is de nalatenschap? Behalve die 5.000 uit Stap 1 komt er nog 1.000 bij. De nalatenschap bedraagt 6.000.

Stap 3: wie erft wat?
De vrouw krijgt het grootst beschikbaar deel van de nalatenschap. Dat is de helft in volle eigendom + het vruchtgebruik op de andere helft. Dus 3.000 + het vruchtgebruik op 3.000.
Het kind erft de blote eigendom van de helft van de nalatenschap. Kind erft blote eigendom van 3.000.

PS de vrouw zal dus overhouden in totaal uit huwelijksvermogensrecht en uit erfrecht samen: 8.100 + vruchtgebruik op 3.000.

" De zoon zal dus van dit alles slechts de helft van de helft erven?"

Zie voorgaand cijfervoorbeeld.

In eigen woorden van TS:
-De helft van de persoonlijke goederen van de overledene.
-"De "helft van de helft" (sic) van de gemeenschappelijke goederen.