“Art.843.Ieder ERFGENAAM die tot een erfenis komt, moet, zelfs indien hij onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaardt, aan zijn medeërfgenamen inbreng doen van al hetgeen hij van de overledene, bij schenking onder de levenden, rechtstreeks of onrechtstreeks ontvangen heeft; hij mag de GIFTEN niet behouden noch de legaten opeisen, die hem door de overledene zijn gedaan, tenzij de giften en legaten hem uitdrukkelijk zijn gedaan bij vooruitmaking en buiten erfdeel of met vrijstelling van inbreng.“(B.W.=Burgerlijk Wetboek).
Ook de hand-/bankgiften aan erfgenamen dienen door hen ingebracht te worden.
‘27...De handgift kan gebeuren met of zonder vrijstelling van inbreng(Rb.Namen,6 mei 1974,J.T.1975,13...)...’ [DILLEMANS,R. e.a. ,Overzicht van rechtspraak schenkingen en testamenten(1970-1984),T.P.R. 1985,p.560]
Art.869.De inbreng van geschonken geld geschiedt door mindere ontvangst uit het gereed geld van de nalatenschap. Is daarvan geen voldoende hoeveelheid aanwezig, dan kan de begiftigde zich van de inbreng van gereed geld bevrijden door, tot het vereiste bedrag, roerende goederen en, bij gebreke daarvan, onroerende goederen van de nalatenschap af te staan.”(B.W.).
“Art.856.De vruchten en de interesten van aan inbreng onderworpen zaken zijn eerst verschuldigd te rekenen van de dag dat de erfenis is opengevallen.”(B.W.).
In de hand-/bankgift zou hiervoor een compensatie kunnen voorzien worden.
Zie model bankgift op :
http://plusmagazine.rnews.be/nl/rechten ... dan-24-uur" onclick="window.open(this.href);return false;
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/