Mijn vader is al jaren geleden overleden en ruim een jaar geleden kwam ook mijn moeder te sterven. Een van de erfgenamen heeft onlangs een verzoekschrift in het kader van de Wet van 16 mei 1900 tot erfregeling van de kleine nalatenschappen ter griffie neergelegd. Wettelijk gezien heeft deze verzoeker bij voorrang het recht van overneming door schatting hetgeen door de andere erfgenamen niet wordt betwist en waartegen zij ook geen bezwaar uitoefenen.
Sinds het overlijden van mijn moeder nu ruim een jaar geleden heeft voornoemde verzoeker onafgebroken en gratis gewoond in het ouderlijke huis. Kunnen de andere erfgenamen hiervoor met terugwerkende kracht huurgeld aanrekenen? En zo ja ... waar staat de te volgen procedure hieromtrent beschreven? En wie bepaalt het bedrag van het maandelijkse huurgeld?
Alvast dank bij voorbaat!