Mijn schoonouders leven momenteel in een RVT. Hun pensioen volstaat niet zodat het OCMW van hun voormalige woonplaats financieel bijspringt om de rustoordkosten te betalen. Hun woning, die momenteel verhuurd wordt, staat hier borg voor. Het OCMW heeft volmacht op de rekening waarop de huur, pensioen en alle andere inkomsten (invaliditeitsvergoedingen) gestort worden.
Mijn schoonouders hadden twee kinderen: mijn echtgenote en een zoon die overleden is en die één dochter had. In praktijk zijn er dus twee erfgenamen.
De gezondheidstoestand van een van de ouders is kritisch en artsen geven haar slechts enkele maanden te overleven.
Het OCMW financiert een begrafenis die zeer beperkt is: ze omvat enkel het transport en de teraardebestelling. Een begroeting, begrafenismis, doodsbrieven of andere bijkomstigheden worden niet voorzien. Bovendien zitten we vast aan een begrafenisondernemer die in een andere gemeente zijn vestiging heeft. Mijn schoonvader is hierover niet te spreken, maar hij heeft geen enkele mogelijkheid om een alternatief te betalen.
Mijn echtgenote en ik zijn gehuwd met scheiding van goederen zodat ik geen aanspraak maak op de erfenis van mijn schoonouders. Ik ben wel bereid om de begrafenis mee te financieren in de vorm van een onderhandse lening. Maar een terugbetaling zou pas kunnen plaatsvinden als de woning verkocht wordt en het OCMW haar aandeel erop heeft ingevorderd. Dat zou in theorie enkel gebeuren na het overlijden van beide schoonouders. Praktisch zou het er dus op neerkomen dat het bedrag solidair zou terugbetaald worden door de erfgenamen bij het openvallen van de nalatenschap. Ik begrijp dat er een aantal clausules zouden moeten ingebouwd worden; ondermeer quid ingeval mijn echtgenote vroeger zou overlijden dan haar vader,(wat gezien het leeftijdsverschil niet evident is, maar natuurlijk niet uitgesloten), wat ingeval van echtscheiding?