A krijgt van de vader een (grote) bouwgrond als schenking.
A beslist om dit stuk bouwgrond te verkopen om een huis aan te kopen.
A koopt een huis met een overbruggingskredit op basis van die bouwgrond.
Nu, enkele weken voor het verlijden van de akte, komt de notaris tot de vaststelling dat de vader mee moet tekenen voor het overbruggingskrediet omdat hij blijkbaar het recht heeft om zijn schenking te herroepen.
De vader weigert te tekenen omdat hij niet akkoord wil gaan met de verkoop van de grond (omdat hij had gehoopt dat de dochter bij hem in de buurt zou blijven wonen).
Het lijkt muurvast te zitten.
Er is ondertussen ook een koper van die grond. Moet de vader ook nog eens meetekenen bij de verkoop van dat stuk grond (alhoewel dit al geschonken werd).