De beslagrechter oordeelde dat de bank slechts over een titel beschikte ten belope van 350.000 €. Hij hefte dus het beslag op voor het verschil zijnde 311.000 €. Daarbovenop schorste hij het beslag op die 350.000€ in afwachting van de uitspraak van de bodemrechter omdat er dus een bodemproces hangende is waarin oa. de bankiersaansprakelijkheid wordt aangekaart door de vennootschap.
Nu is het onroerend goed verhuurt. De bank eist nog steeds het kantonnement van de huurgelden. KAN DIT NOG??
Een schorsing van een beslag betekent toch dat het beslag nog in het rechtsverkeer hangt maar dat de er niet mag worden uitgevoerd?
Als er niet mag worden uitgevoerd mag de bank al alleszins niet verkopen maar toch ook de huurgelden niet kantonneren?
De bank zegt dat sinds het beslagexploot de huurgelden als onroerend worden gezien en zij die wel mogen kantonneren.
OK sinds het beslagexploot MAAR nu is er al een VONNIS.
Wat méér is: kantonneren geldt toch als voorwaardelijke betaling bij uitvoerend onroerend beslag? waarmee de huurgelden verdwijnen uit het actief van de vennootschap: én de bodemrechter dient nog een uitspraak te doen: DIT KAN DUS TOCH NIET? En om te kantonneren dient toch een deruwaarder aangesteld te worden na die uitspraak van de beslagrechter?
HEEFT IEMAND RAAD??
Dankjewel 
[/b][/i][/u]