hoe process-verbaal van een terechtzitting opvragen | urgentie in kortgeding
Geplaatst: 14 jun 2024 17:43
Beste medeforummers,
Ik heb een aantal process gerelateerde & technisch gerelateerde vragen :
Hoe vraag je een process-verbaal van een terechtzitting op ?
Kan dit door een gewone brief / mail / vraag naar de desbetreffende griffie te sturen met dergelijke vraag of is hier een speciale procedure voor ?
Appellant in persoon zijnde voor een arbeidshof in kortgeding merk ik dat er in het betreffende arrest verwezen wordt naar dingen die op de hoorzitting gezegd zouden zijn. Echter, aangezien ik mezelf verdedigde zonder advocaat ben ik maar al te goed op de hoogte van wat wel of niet op de hoorzitting gezegd is. Bepaalde elementen waarnaar verwezen wordt in het desbtreffende arrest zijn niet op de hoorzitting gezegd, noch aan bod gekomen.
---
Voor een zaak in kortgeding moet er een zeker urgentie zijn. Meestal wordt dit gedefinieerd als mochten er ernstige ongemakken voorkomen dat het gewone recht geen snelheid genoeg heeft om bepaalde zaken op te lossen. De beoordeling van urgentie valt deze onder de ontvankelijkheidsvoorwaarde van een geschil of onder de gegrondheidsvoorwaarde van een geschil ?
Iets meer uitleg : persoonlijk zou ik denken dat dit valt onder de ontvankelijkheidsvoorwaarde aangezien de voorzitter eerst moet onderzoeken als hij bevoegd is. Ttz gegrondheid van de feiten/beweringen/elementen gebeurt na het onderzoeken als een voorzitter bevoegd is ttz als het verzoek ontvankelijk is. Hieruit zou volgen dat als een voorzitter in kortgeding oordeelt dat er geen urgentie in het spel is men het verzoekschrift onontvankelijk verklaard ipv ongegrond.
Verder als dan blijkt dat een arrest gemotiveerd is als ontvankelijk maar toch ongegrond wegens o.a. geen urgentie is dit een reden om te stellen dat een arrest verkeerd gemotiveerd is en kan men o.a. hiervoor in cassatie gaan (tesamen met nog wat andere middelen)
---
Is men wettelijk verplicht een bodemprocedure in te stellen bij een kortgeding ? Dit wordt meestal gedaan, maar is men dit wettelijk verplicht ?
Bijna altijd geeft men de uitleg dat een procedure in kortgeding enkel voorlopige maatregelen kan nemen die geen nadeel doen aan de grond van de zaak.
Echter in sommige gevallen kan een voorlopige maatregel (juridsche interpretatie van de woorden voorlopige maatregelen) iets zijn dat aan voorwaarden geboden is. Zodat deze maatregel uitsterft als niet meer aan de rechterlijke voorwaarden voldaan zijn waarop deze voorlopige maatregel gestoeld is en aldus voorlopig wordt wat dan zou impliceren dat het een voorlopige maatregel is (omdat die uitsterfbaar is) die geen afbreuk doet aan de grond van de zaak (want de grond van zaak blijft open) en waar geen bodemprocedure voor nodig is.
---
In kortgeding mag een voorzitter oordelen over vele zaken. Stel dat een voorzitter dergelijke mogelijkheid gebruikt om te mogen oordelen dat bepaalde elementen aan bod komen en andere elementen dan weer niet aan bod komen, zou men dan kunnen stellen dat de voorzitter net door het gebruik van deze mogelijkheid een zweem van partijdigheid laat blijken aangezien hij al een schifting maakt van bepaalde aannemelijke feiten noch voor men een beoordeling van de feiten doet. Als men deze redenering verder doortrekt zou men kunnen stellen dat het gebruik van dergelijke mogelijkheid de onpartijdigheid van een voorzitter laat uitschijnen. Zou vorige redenering kunnen kloppen ?
---
Is er een verschil tussen wering van overtuigingsstukken of deze nietig te laten verklaren. Bv - ook in kortgeding - : stel een tegenpartij legt stukken neer, deze zijn door een beëdigde ambtenaar opgemaakt. Deze stukken worden feitelijk en ontegensprekelijk onwaar verklaard door stukken aangebracht door de andere partij. In kortgeding kan men geen valsheidsprocedure voeren, maw men kan deze stukken niet nietig laten verklaren. Kan men deze stukken wel weren op basis van ontegensprekelijke verklaringen en/of ontegensprekelijke feiten (bv door derden die (ook) beëdigd zijn, bv door tegenstrijdigheden in de stukken zelf) die feiten bevatten die een beëdigd stuk onwaar kunnen verklaren.
Bv ambtenaar 1 die beëdigd is stelt een stuk op (stuk A), dit stuk wordt gebruikt door de tegenpartij. Eisende partij heeft een stuk in zijn bezit waar ambtenaar 2 die ook beëdigd is in stuk B het stuk A opgesteld door ambtenaar 1 feitelijk tegenspreekt. Maw. ambtenaar 2 komt met bewijzen af dat ambtenaar 1 niet de waarheid in het desbetreffende stuk neerpende. Hoe lost men dit op ?
Mvg,
Ik heb een aantal process gerelateerde & technisch gerelateerde vragen :
Hoe vraag je een process-verbaal van een terechtzitting op ?
Kan dit door een gewone brief / mail / vraag naar de desbetreffende griffie te sturen met dergelijke vraag of is hier een speciale procedure voor ?
Appellant in persoon zijnde voor een arbeidshof in kortgeding merk ik dat er in het betreffende arrest verwezen wordt naar dingen die op de hoorzitting gezegd zouden zijn. Echter, aangezien ik mezelf verdedigde zonder advocaat ben ik maar al te goed op de hoogte van wat wel of niet op de hoorzitting gezegd is. Bepaalde elementen waarnaar verwezen wordt in het desbtreffende arrest zijn niet op de hoorzitting gezegd, noch aan bod gekomen.
---
Voor een zaak in kortgeding moet er een zeker urgentie zijn. Meestal wordt dit gedefinieerd als mochten er ernstige ongemakken voorkomen dat het gewone recht geen snelheid genoeg heeft om bepaalde zaken op te lossen. De beoordeling van urgentie valt deze onder de ontvankelijkheidsvoorwaarde van een geschil of onder de gegrondheidsvoorwaarde van een geschil ?
Iets meer uitleg : persoonlijk zou ik denken dat dit valt onder de ontvankelijkheidsvoorwaarde aangezien de voorzitter eerst moet onderzoeken als hij bevoegd is. Ttz gegrondheid van de feiten/beweringen/elementen gebeurt na het onderzoeken als een voorzitter bevoegd is ttz als het verzoek ontvankelijk is. Hieruit zou volgen dat als een voorzitter in kortgeding oordeelt dat er geen urgentie in het spel is men het verzoekschrift onontvankelijk verklaard ipv ongegrond.
Verder als dan blijkt dat een arrest gemotiveerd is als ontvankelijk maar toch ongegrond wegens o.a. geen urgentie is dit een reden om te stellen dat een arrest verkeerd gemotiveerd is en kan men o.a. hiervoor in cassatie gaan (tesamen met nog wat andere middelen)
---
Is men wettelijk verplicht een bodemprocedure in te stellen bij een kortgeding ? Dit wordt meestal gedaan, maar is men dit wettelijk verplicht ?
Bijna altijd geeft men de uitleg dat een procedure in kortgeding enkel voorlopige maatregelen kan nemen die geen nadeel doen aan de grond van de zaak.
Echter in sommige gevallen kan een voorlopige maatregel (juridsche interpretatie van de woorden voorlopige maatregelen) iets zijn dat aan voorwaarden geboden is. Zodat deze maatregel uitsterft als niet meer aan de rechterlijke voorwaarden voldaan zijn waarop deze voorlopige maatregel gestoeld is en aldus voorlopig wordt wat dan zou impliceren dat het een voorlopige maatregel is (omdat die uitsterfbaar is) die geen afbreuk doet aan de grond van de zaak (want de grond van zaak blijft open) en waar geen bodemprocedure voor nodig is.
---
In kortgeding mag een voorzitter oordelen over vele zaken. Stel dat een voorzitter dergelijke mogelijkheid gebruikt om te mogen oordelen dat bepaalde elementen aan bod komen en andere elementen dan weer niet aan bod komen, zou men dan kunnen stellen dat de voorzitter net door het gebruik van deze mogelijkheid een zweem van partijdigheid laat blijken aangezien hij al een schifting maakt van bepaalde aannemelijke feiten noch voor men een beoordeling van de feiten doet. Als men deze redenering verder doortrekt zou men kunnen stellen dat het gebruik van dergelijke mogelijkheid de onpartijdigheid van een voorzitter laat uitschijnen. Zou vorige redenering kunnen kloppen ?
---
Is er een verschil tussen wering van overtuigingsstukken of deze nietig te laten verklaren. Bv - ook in kortgeding - : stel een tegenpartij legt stukken neer, deze zijn door een beëdigde ambtenaar opgemaakt. Deze stukken worden feitelijk en ontegensprekelijk onwaar verklaard door stukken aangebracht door de andere partij. In kortgeding kan men geen valsheidsprocedure voeren, maw men kan deze stukken niet nietig laten verklaren. Kan men deze stukken wel weren op basis van ontegensprekelijke verklaringen en/of ontegensprekelijke feiten (bv door derden die (ook) beëdigd zijn, bv door tegenstrijdigheden in de stukken zelf) die feiten bevatten die een beëdigd stuk onwaar kunnen verklaren.
Bv ambtenaar 1 die beëdigd is stelt een stuk op (stuk A), dit stuk wordt gebruikt door de tegenpartij. Eisende partij heeft een stuk in zijn bezit waar ambtenaar 2 die ook beëdigd is in stuk B het stuk A opgesteld door ambtenaar 1 feitelijk tegenspreekt. Maw. ambtenaar 2 komt met bewijzen af dat ambtenaar 1 niet de waarheid in het desbetreffende stuk neerpende. Hoe lost men dit op ?
Mvg,