Het is niet het gemeentepersoneel dat alle mogelijke fouten moet opsommen. Het is uw architect die ervoor moet zorgen dat de plannen overeenkomen met de geldende regels.
Plannen komen overeen met de geldende regels.
Vergunning wordt geweigerd omdat het "niet wenselijk" is.
Maar dat is niet de kern van mijn vraag.
In de eerste aanvraag wordt een muur op de perceelsgrens getekend. In de eerste weigering stelt de gemeente dat die muur op 3m van de perceelsgrens geplaatst dient te worden.
Daarmee bevestigt de gemeente impliciet dat de verbouwing zich in de "gewone" bouwzone bevindt. Waar men dus inderdaad 3m zijdelingse vrije ruimte dient te laten.
In de daarop volgende tweede aanvraag wordt de muur op 3m getekend. In de tweede weigering van de gemeente beweert men echter plots dat de verbouwing zich in "tweede bouwzone" zou bevinden. Waar bewoning "niet wenselijk" zou zijn en dus alleen daarom geweigerd wordt.
Maar in "tweede bouwzone" dient men niet 3m maar wel 10m van de perceelsgrens te blijven. Over die 10m wordt in de tweede weigering niets vermeld.
Deze contradictie in de twee weigeringen van de gemeente toont aan dat de gemeente van gedacht veranderd is (over het zich al dan niet in tweede bouwzone bevinden) of zich in de eerste weigering vergist had (zonder dat dan in de tweede weigering met zoveel woorden te zeggen).
Mijn vraag is of de gemeente wettelijk gezien het recht heeft "om zich te vergissen" of "om van gedacht te veranderen" bij het beoordelen van een omgevingsvergunning?