Gezag en kracht van gewijsde

David12
Topic Starter
Berichten: 10
Juridisch actief: Nee

Gezag en kracht van gewijsde

#1 , 27 jan 2017 01:15

Iemand hier die weet of een uitspraak van de onderzoeksrechter om inzage en afschrift van een strafdossier toe te staan gedurende 2 dagen gezag en kracht van gewijsde heeft?


Art. 24. Iedere eindbeslissing heeft gezag van gewijsde vanaf de uitspraak.

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
Franciscus
Berichten: 39074
Juridisch actief: Nee

#2 , 10 feb 2017 21:19

Is een beslissing van een rechter dus voldoet volgens mijn bescheiden mening aan die voorwaarden.
Men kan trouwens ook in beroep gaan (binnen termijnen) tegen zijn beslissingen o.a. bij raadkamer en dan bij Kamer Inbeschuldigingstelling bij Hof van Beroep.

David12
Topic Starter
Berichten: 10
Juridisch actief: Nee

#3 , 12 mar 2017 03:22

Om geen nieuw topic te starten en omdat het verband houdt met dezelfde zaak hierbij nog een volgende vraag

Ik heb in het gerechtelijk onderzoek bepaalde stukken van valsheid beticht en heb zowel de tegenpartij als het openbaar ministerie per aangetekende zending bevraagd of zij van deze gebruik willen maken. Nu zijn we 2 maand later en heb ik van beide nog geen antwoord gekregen.

Nu is mijn vraag: Worden deze dan ambtshalve buiten het geding gehouden of kunnen deze toch nog gebruikt worden voor de raadkamer en in een volgende fase de rechtbank? En hoe zit het dan als diezelfde stukken in een samenhangende zaak met dezelfde partijen ook gebruikt worden? Moet in deze zaak opnieuw de partijen aangeschreven worden of is dit niet meer nodig?

Art. 458. Indien een van de partijen in de loop van een onderzoek of van een rechtspleging een overgelegd stuk van valsheid beticht, maant zij de andere partij aan te verklaren of zij zich van het stuk wil bedienen.

Art. 459. Indien de partij verklaart zich van het stuk niet te willen bedienen of indien zij binnen acht dagen geen verklaring doet, wordt het stuk buiten het geding gehouden en wordt overgegaan tot het onderzoek en de uitspraak.
Indien de partij verklaart dat hij zich van het stuk wil bedienen, wordt de valsheid als tussengeschil behandeld voor het hof of de rechtbank waarvoor de hoofdzaak aanhangig is.

Reclame

Terug naar “Procedure, Spelers & Instellingen”