Een beetje een verouderd woord.
In het WNT vond ik :
Weidegerechtigd, (bnw.) het recht hebbend de gemeenschappelijke weide te gebruiken; ook in zelfst. gebr. in toep. op den rechthebbende. Vgl. ook weide (I), 3, b, η).
Op haar eigendomsrecht (t.w. dat van de gemeente Woudenberg) zou inbreuk zijn gemaakt door de 5 eerste gedaagden, "zich qualificerende als weigeregtigden tot die meent en als commissie, belast met de uitvoering van het plan tot hare verdeeling", V. ITERSON, R. Gr. Utr. 409 [aangeh. woorden 1871].
Bij de zetting van 1820 komen … als weigerechtigd voor vele huizen, Versl. Vereen. O. Vad. Recht 2, 249 [1892].
Het getal weigerechtigden verschilde natuurlijk naarmate de hofsteden in verschillende handen kwamen, 2, 251 [1892].