Wat is een voorwaardelijke celstraf, en wat is een celstraf met uitstel? Zijn dat twee verschillende dingen, of worden de termen door elkaar gebruikt?
Deze dingen hoor je dagelijks in het nieuws, maar elke leek waarmee ik praat lijkt er iets anders over te denken... Vandaar deze vraag aan de experten.
Geachte,
De termen "voorwaardelijk" en "uitstel"
betekenen hetzelfde. Ze worden in het dagelijkse taalgebruik door elkaar gehanteerd hoewel we volgens de huidige regelgeving (i.e. de Wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie,
B.S. 17 juli 1964, hierna "Probatiewet") eigenlijk enkel het uitstel kennen.
De term "voorwaardelijk" gaat dus terug op een andere wet, meerbepaald de
Wet van 31 mei 1888 op de voorwaardelijke veroordeling en de voorwaardelijke invrijheidstelling (de zogenaamde "Wet Lejeune"). Zoals de titel doet vermoeden, had deze wet twee luiken: (1) een luik voorwaardelijke veroordeling (in dit geval sprak de rechtbank/het hof een straf uit die niet moest worden uitgevoerd voor het deel dat voorwaardelijk was, onder de enkele voorwaarde dat de betrokkene gedurende een bepaalde tijd niet herviel) en (2) een luik voorwaardelijke invrijheidstelling (in dit geval was de straf reeds opgelegd en werd een gedetineerde onder de enkele voorwaarde van niet-recidive vervroegd in vrijheid gesteld).
Ondertussen is de Wet Lejeune evenwel
vervangen door andere wetten.
Het aspect
"voorwaardelijke invrijheidstelling" uit die wet heeft tot 1998 bestaan en blijft zelfs in de huidige wetgeving (namelijk de Wet van 18 maart 1998 tot instelling van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling,
B.S. 2 april 1998 en de Wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964,
B.S. 2 april 1998) verderbestaan als ondertoon. Veel principes zijn immers overgenomen: daarom spreekt men nog steeds over "de Wet Lejeune", hoewel die wet formeel niet meer bestaat...
Het aspect
"voorwaardelijke veroordeling" heeft ook lang bestaan, namelijk tot 1964. Toen is immers de Probatiewet ingevoerd. Ten gevolge van deze wet sprak men niet langer over "voorwaardelijke veroordelingen" maar wel over "veroordelingen met uitstel". Die wet heeft tevens twee nieuwe concepten ingevoerd die we onder de Wet Lejeune niet kenden, meerbepaald de "opschorting" en de "probatie". Ik schets kort de hoofdlijnen van deze drie principes:
-de
veroordeling met uitstel houdt in dat de rechter ten gronde een straf uitspreekt die niet moet worden uitgevoerd voor het deel dat met uitstel opgelegd is, onder de enkele voorwaarde dat de betrokkene gedurende een zekere proeftermijn geen misdrijven van een bepaalde grootte pleegt. "Overleeft" hij die proeftermijn, dan zal hij de (rest van de) straf niet moeten uitvoeren. Het verlenen van uitstel is wel gekoppeld aan een aantal voorwaarden met betrekking tot de aard van de feiten en het gerechtelijk verleden (deze mogen niet te zwaar zijn want men ontvangt immers een soort "gunst" van uitstel);
-het concept
opschorting van de uitspraak impliceert dat een onderzoeksgerecht of een rechter ten gronde geen veroordeling uitspreekt maar de uitspraak "opschort". Die opschorting wordt dan gekoppeld aan een bepaalde proefperiode met als enige voorwaarde dat de betrokkene geen nieuwe misdrijven van betekenis mag plegen. "Overleeft" hij die proeftermijn, dan wordt geen uitspraak over de feiten geveld. Het verlenen van opschorting is opnieuw gekoppeld aan een aantal voorwaarden met betrekking tot de aard van de feiten en het gerechtelijk verleden (deze voorwaarden zijn echter zwaarder dan die bij het uitstel omdat men bij opschorting een "grotere gunst" ontvangt: er is immers geen uitspraak). Opschorting wordt veel gebruikt ten aanzien van mensen die in het professionele leven een strafrechtelijke inbreuk plegen, zoals bijvoorbeeld artsen: zij bekomen vaak opschorting zodat ze nadien hun praktijk nog kunnen uitoefenen;
-wanneer men spreekt over
probatie betekent dit dat de rechter m??r voorwaarden koppelt aan de opschorting of het uitstel dan het loutere "niet hervallen". Probatie biedt de rechter dus de mogelijkheid andere voorwaarden dan de niet-recidive voor te stellen, zoals het afkicken van drugs of een andere verslaving en dergelijke meer.
Conclusie:
-Er zijn op dit niveau dus
vier mogelijkheden, namelijk: uitstel, opschorting, probatieuitstel en probatieopschorting.
-Het essenti?le onderscheid tussen
opschorting en uitstel is dat men bij uitstel (het vroegere "voorwaardelijk") veroordeeld wordt maar de straf niet moet uitzitten als men een goede proefperiode doorloopt en dat men bij opschorting niet veroordeeld wordt: men "wacht" bij opschorting immers met de uitspraak tot het einde van de proeftermijn; als men dan ?clean? is, behoudt men een blanco strafregister. Zowel bij opschorting als uitstel is de enige voorwaarde die men tijdens de proefperiode moet vervullen "geen nieuwe misdrijven van betekenis plegen".
-Opschorting en uitstel kunnen gekoppeld worden aan
probatie: dit betekent dat telkens m??r voorwaarden aan de opschorting of het uitstel gekoppeld zijn dan de loutere niet-recidive.
Hopelijk wordt het verhaal hierdoor wat duidelijker.
Bjorn.