?Art.1875.Bruiklening...is een contract waarbij de ene partij aan de andere een zaak afgeeft om daarvan gebruik te maken,onder verplichting voor degene die de zaak ontvangt,die terug te geven na daarvan gebruik te hebben gemaakt.?(B.W.=Burgerlijk Wetboek).
?1166...In welke staat, - Zoals hij ze ontving...?(DEKKERS,R.,Handboek Burgerlijk Recht,Brussel Bruylant 1971,656).
Een koe kan evenwel tijdens de bruiklening toenemen in gewicht;melk leveren;drachtig worden of zelfs kalven.
Inzake VERbruiklening geldt ?Art.1904.Indien de lener de geleende zaken of de waarde ervan niet op de overeengekomen tijd teruggeeft, is hij daarvan interest verschuldigd te rekenen van de dag van de aanmaning.?(B.W.).
Hieruit volgt dat de eventuele intresten TIJDENS de overeengekomen tijd de lener toebehoren.Analogisch kan men hieruit afleiden dat de voortbrengselen van in bruikleen gegeven dieren ook de lener toebehoren(tenzij anders overeengekomen).
Ik vind hierover geen rechtspraak/rechtsleer.Eventueel vindt u die wel in Tijdschrift voor Privaat Recht,Overzicht Rechtspraak Bijzondere Overeenkomsten:
1961-1969 1973 195&421&875
1969-1974 1975 917
1975-1977 1980 517
1977-1982 1985 767&1101
1982-1987 1989 1039
1988-1994 1997 647
1995-1998 2002/1 57
Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in
http://just.fgov.be .Klik in de balk achter ?Juridische aard? op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts en zoek daar de nodige WetBOEKEN.