#26 , 11 apr 2019 17:05
Wet uitoefening Gezondheidsberoepen
Art. 25.§ 1. Niemand mag een beroepstitel dragen die betrekking heeft op één van de prestaties die nader bepaald zijn ter uitvoering van artikel 23, § 1, of op handelingen die bedoeld zijn bij artikel 22, 2° en 3°, (zo hij niet houder is van de erkenning bedoeld in artikel 24, § 1). <W 1999-01-25/32, art. 179, 018; Inwerkingtreding : onbepaald, zie ook art 183>
§ 2. Hij die aan de kwalificatievoorwaarden, gesteld bij de wetgeving van een vreemd land, voldoet, mag slechts een beroepstitel dragen die betrekking heeft op één van de prestaties die nader bepaald zijn ter uitvoering van artikel 23, § 1, of op handelingen die bedoeld zijn bij artikel 22, 2° en 3°, zo hij de machtiging bekomt van de Minister belast met de uitvoering van de besluiten tot vaststelling van de vereiste kwalificatievoorwaarden.
Art. 40bis. <Ingevoegd bij W 1990-12-19/32, art. 11, 005; Inwerkingtreding : 08-01-1991>
Onverminderd de toepassing van de straffen gesteld bij het Strafwetboek en onverminderd, desgevallend, de toepassing van tuchtmaatregelen, wordt gestraft met een boete van tweehonderd frank tot duizend frank :
1. Hij die, met overtreding van artikel 35quater, zich in het openbaar een bijzondere beroepstitel of een bijzondere beroepsbekwaming toeëigent zonder het recht hiertoe te hebben;
2. Hij die, met overtreding van artikel 35quinquies, een bijzondere beroepstitel of een bijzondere beroepsbekwaming toekent aan personen, die hij tewerkstelt, zelfs als vrijwilligers, en hierop het recht niet hebben.
In dit geval zijn de werkgevers en lastgevers burgerlijk aansprakelijk voor de geldboeten uitgesproken ten laste van hun aangestelden of lastnemers, wegens overtredingen gepleegd bij de uitvoering van hun contract.
Art. 40ter. [1 Onverminderd de toepassing van de bij het Strafwetboek gestelde straffen, wordt gestraft met een geldboete van 200 euro tot 1.000 euro :
1° hij die, in overtreding van artikel 21quatervicies, § 3, of 21quinquiesvicies, zich in het openbaar een beroepstitel toe-eigent zonder er recht op te hebben;
2° hij die, in overtreding van artikel 21quatervicies, § 3, of 21quinquiesvicies, ten onrechte een beroepstitel toekent aan personen die hij, zelfs kosteloos, tewerkstelt.
In het in het eerste lid, 2°, bedoelde geval zijn de werkgevers en lastgevers burgerlijk aansprakelijk voor de geldboeten uitgesproken ten laste van hun aangestelden of lastnemers wegens bij de uitvoering van hun contract gepleegde misdrijven.]1
----------
.