21 NOVEMBER 2003. - Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid.
Art. 47/1. § 1. In afwijking van artikel 47, § 1, 1°, gaat iedere persoon van wie bewezen is dat hij besmet is met COVID-19 of van wie de arts een ernstig vermoeden heeft dat hij besmet is met COVID-19, onmiddellijk in tijdelijke afzondering, hetzij op zijn hoofdverblijfplaats, hetzij op een andere gepaste plaats.
De Vlaamse Regering bepaalt de termijn van de tijdelijke afzondering, vermeld in het eerste lid, op basis van de wetenschappelijke inzichten over de besmettelijkheid van COVID-19. [dit is dus de quarantaine voor wie besmet is] [...]
§ 3. In afwijking van artikel 47, § 1, 1°, gaat iedere andere persoon dan de personen, vermeld in paragraaf 1 en 2, die na een contact met een persoon als vermeld in paragraaf 1, eerste lid, een verhoogd risico heeft op COVID-19, onmiddellijk in tijdelijke afzondering als hij op de hoogte is gebracht van het feit dat hij een verhoogd risico heeft op COVID-19, hetzij op zijn hoofdverblijfplaats, hetzij op een andere aangepaste plaats. [uitzondering voor wie gevaccineerd is]
De persoon, vermeld in het eerste lid, is verplicht om zich onmiddellijk nadat hij kennis heeft genomen van het feit dat hij een verhoogd risico heeft op COVID- 19, te melden bij een COVID-19-testcentrum, bij een triagecentrum of bij zijn behandelend arts, zodat hij een COVID-19-test kan ondergaan. De Vlaamse Regering kan bepalen of en wanneer die persoon zich opnieuw bij een COVID-19-testcentrum, bij een triagecentrum of bij zijn behandelend arts moet melden, zodat hij nog een COVID-19-test kan ondergaan.
De Vlaamse Regering bepaalt:
1° de termijn van de tijdelijke afzondering, vermeld in het eerste lid, op basis van de wetenschappelijke inzichten over de incubatietijd van COVID-19; [dit is dus de isolatie voor wie een hoogrisicocontact had; deze bepaling is niet van toepassing voor wie positief getest heeft, daarvoor geldt § 1]
25 JUNI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 47/1 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid
Art. 2. § 1. De termijn van de tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 1, eerste lid, van het decreet van 21 november 2003, is:
[...] 2° tien dagen vanaf de datum van de COVID-19-test, als er geen symptomen van COVID-19 zijn.
De tijdelijke afzondering, vermeld in artikel 47/1, § 3, eerste lid, van het voormelde decreet, duurt tien dagen vanaf het laatste contact dat heeft geleid tot een verhoogd risico op COVID-19, tenzij de persoon een negatieve COVID-19-test heeft ondergaan vanaf de zevende dag van die tijdelijke afzondering.
Voor wie positief test is het dus tien dagen quarantaine. Ik zie geen uitzondering in de wetteksten.
Meer dan veertig jaar ervaring als jurist.