#2 , 27 jun 2007 19:23
Tis eigenlijk simpel. Stel, je bent een handelaar, omdat je een objectieve daad van koophandel stelt. Dan is er een wettelijk weerlegbaar vermoeden dat al je daden daden van koophandel zijn (zgn subj daden van koophandel, art. 2 in fine W. Kh.). De handelaar kan dat vermoeden weerleggen door aan te tonen dat de daad een oorzaak heeft die vreemd is aan ZIJN (dus niet "de" zoals in het wetboek staat) koophandel.
Dus in het geval van je groenteboer zal het niet zo moeilijk voor hem zijn om het tegenbewijs te leveren...