JuridischForum.be

Volgens Art.11...4.1. kunnen para-agrarische bedrijven ook in landbouwgebied.
Ik kan echter niets terugvinden over de exacte bepaling van semi- of para-agrarische bedrijvigheden.
Slaat hoevetoerisme hier ook op en zo ja, mag er dan een gebouw worden opgetrokken of niet?

"Voorbeelden van bedrijven die overwogen kunnen worden :

1. Landbouwloonwerkondernemingen.
Het betreft bedrijven welke een landbouwmachinepark ten dienste stellen van de landbouwers.

2. Inpak-, conditionerings- en opslagbedrijven van verse landbouwproducten.
Het betreft bedrijven die de verse en streekeigen landbouwproducten, zoals ze van « het veld » komen, rechtstreeks betrekken van de producenten en deze producten inpakken, conditioneren en opslaan, in afwachting dat ze verder verhandeld worden.

...
3. Koelplaatsen, silo's en drooginstallaties voor land- en tuinbouwproducten.
...
4. Vlasroterijen, die over weiden dienen te beschikken voor het veldroten."


Zie:

http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/we ... 0708F.html

bedankt voor de link!

Is het niet zo dat men ook moet opletten met eventuele functiewijziging die u aanbrengt?

Ik bedoel (louter als voorbeeld): als het vroeger een landbouwbedrijf was en u maakt daar nu een 'hoevetoerisme' van dan is dat een functiewijziging. Voor sommige zaken moet u die functiewijziging niet vergunnen, voor andere wel.

“Art.11.4.1. van 28 DECEMBER 1972. - Koninklijk besluit betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen wordt toegelicht in:

“Art.M8.ARTIKEL 11. DE AGRARISCHE GEBIEDEN.
“...3. PARA-AGRARISCHE BEDRIJVEN...Para-agrarische ondernemingen zijn die ondernemingen waarvan de activiteit onmiddellijk bij de landbouw aansluit en erop afgestemd is. Bij de beoordeling kunnen volgende criteria een rol spelen :1. Het grondgebonden karakter van het bedrijf, in aansluiting op of vergelijkbaar met agrarisch grondgebruik (bv. Schoolhoeve).2. De nauwe relatie met het landbouwproductieproces (bv. landbouwloonwerkers).3. De strikte relatie met de voortgebrachte landbouwproducten (met uitsluiting van loutere handel). Het betreft dus de onmiddellijke behandeling van de landbouwproducten, welke onontbeerlijk is vooraleer deze producten aan de commercialisatiesector toevertrouwd worden. Er kunnen geen absolute regels worden opgesteld die klaar en duidelijk voor elk geval, dat in de praktijk kan voorkomen, toelaten een planologisch gemotiveerd standpunt in te nemen. Het gaat hier andermaal om een feitenkwestie...”(8 JULI 1997. - Omzendbrief betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen).

In het agrarisch gebied is verblijfsgelegenheid eveneens toegelaten voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt. Aldus kunnen in toeristische streken leefbare landbouwbedrijven worden ingeschakeld in de toeristische bedrijvigheid (hoevetoerisme). Geen vaste verblijven (weekendhuizen) of afzonderlijke woningen kunnen worden toegestaan en de landbouwactiviteit dient de hoofdactiviteit te blijven. Het begrip « leefbaar bedrijf » dient hierbij te worden begrepen in de zin van een werkelijke, volwaardige landbouwexploitatie.

Voor deze functiewijziging moet een stedenbouwkundige vergunning worden aangevraagd.

Indien er geen leefbaar landbouwbedrijf aanwezig is, gaat het om een zonevreemde functiewijziging. Hier zijn twee mogelijkheden. Ofwel jeugdlogies of kinderboerderij ofwel het wijzigen van de woning en ev. de woningbijgebouwen in een complementaire functie.

Voor deze laatste optie moet evenwel voldaan zijn aan volgende twee voorwaarden:
1° de complementaire functie heeft betrekking op het gebruik als een toeristisch logies als het maximaal acht tijdelijke verblijfsgelegenheden betreft, met uitsluiting van elke vorm van restaurant of café;
2° de aanvraag wordt voor voorafgaand advies voorgelegd aan Toerisme Vlaanderen.