Pagina 1 van 1

Hond bij hond

Geplaatst: 13 jan 2010 18:38
door Johan VDE
Op 21 11 2009 deed zich volgende situatie voor:
Ik stond naar een hondenkeurin te kijken op de jaarmarkt en had twee honden aan de leiband. De 10 jaar oude Rottweiler zat aan mijn linkse knie en de fox voor mij. Plots voel ik de Rottweiler zich omdraaien. Een labrador was haar langs achter aan het besnuffelen. De Rottweiler haalde uit een beet in haar poot. De eigenares van de labrador was in een druk gesprek gewikkeld en reageerde pas na het incident. Op het ogenblik zelf spreekt men mij zelfs niet aan. Een paar weken later krijg ik een brief in de bus met de vraag om de veeartskosten te betalen. De organisator van de hondenkeuring heeft ons adres doorgegeven.
Kan ik aansprakelijk zijn? Ik sta stil en mijn hond is aangelijnd. Iemand anders laat haar hond tot bij de mijne komen (omdat ze niet oplet) en stelt mij verantwoordelijk als er gevochten word.
Oorspronkelijk wou ik voorstellen om de helft te betalen. Voor ik dat formuleerde kwam al de 2e brief en intussen de 3e, steeds dreigender.

Geplaatst: 15 jan 2010 10:34
door j.demoor
“Art.1385.De eigenaar van een dier, of, terwijl hij het in gebruik heeft, degene die zich ervan bedient, is aansprakelijk voor de schade die door het dier is veroorzaakt, hetzij het onder zijn bewaring stond, dan wel verdwaald of ontsnapt was.”(B.W.=Burgerlijk Wetboek).

‘Hoewel art.1385 B.W. een wettelijk en niet weerlegbaar vermoeden van schuld aan de door het dier veroorzaakte schade instelt ten laste van de eigenaar of ten laste van degene die zich van het dier bedient terwijl hij het in gebruik heeft, sluit dat artikel niet uit dat de eigenaar of bewaarder niet aansprakelijk is bij gebrek aan oorzakelijk verband, onder meer wanneer de schadelijder zelf een fout heeft begaan die de daad van het dier heeft veroorzaakt en waardoor niet de daad van het dier maar elke mogelijke fout van de eigenaar of bewaarder als oorzaak van de schade wordt uitgeschakeld‘[Cass. 20 mei 1983,Pas. 1983,I,1061-1063,Arr.Cass. 1982-83,1165-1167,Noot Cass., 16 okt. 1902 ( Bull. en Pas., 1902, I, 350 ); 23 juni 1932 ( ibid., 1932, I, 200 ); 26 jan. 1968 ( A.C., 1968, 710 )].

Het is aan u om aan te tonen dat de schadelijder een fout beging en dat die fout het wettelijk foutvermoeden uit art.1385 B.W. geheel of gedeeltelijk uitschakelt.

Indien u beschikt over een ‘familiale’ verzekering doe daaraan dan onverwijld en omstandig aangifte