1. Het minimum facultatieve rijverbod voor vluchtmisdrijf is 8 dagen, niet 15.
2. Er kan een gevangenisstraf van minimaal 15 dagen worden opgelegd.
3. De "Basiswet" (ofschoon Wet Politie en Wegcode of WPW beter zou zijn) dateert van 16.03.1968. U vindt meer informatie in art. 33:
HOOFDSTUK IV. - VLUCHTMISDRIJF.
Art. 33. <W> § 1. Met gevangenisstraf (van vijftien dagen tot zes maanden en met geldboete van 200 (euro) tot 2.000 (euro)) of met een van die straffen alleen wordt gestraft <W>: <W>
1° elke bestuurder van een voertuig of van een dier die, wetend dat dit voertuig of dit dier oorzaak van, dan wel aanleiding tot een ongeval op een openbare plaats is geweest,
2° hij die wetend dat hij zelf oorzaak van, dan wel aanleiding tot een verkeersongeval op een openbare plaats is geweest,
de vlucht neemt om zich aan de dienstige vaststellingen te onttrekken, zelfs wanneer het ongeval niet aan zijn schuld te wijten is.
§ 2. (Heeft het ongeval voor een ander slagen, verwondingen of de dood tot gevolg gehad, dan wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met een geldboete van 400 euro tot 5 000 euro of met een van die straffen alleen en met het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig voor een duur van ten minste drie maanden en ten hoogste vijf jaren of voorgoed.) <W>
(Het herstel van het recht tot sturen is afhankelijk van het slagen voor het theoretisch examen, het praktisch examen en het psychologisch onderzoek bedoeld in artikel 38, § 3, eerste lid.) <W>
(§ 3. 1° Met een gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met een geldboete van 400 euro tot 5 000 euro of met een van deze straffen alleen, wordt hij gestraft die, na een veroordeling met toepassing van artikel 33, § 1 of 33, § 2 binnen de drie jaar een van de bepalingen van artikel 33, § 1 overtreedt.
2° Hij die, na een veroordeling met toepassing van artikel 33, § 1, of 33, § 2, binnen de drie jaar artikel 33, § 2, overtreedt wordt gestraft met een gevangenisstraf van een maand tot vier jaar en met een geldboete van 800 tot 10 000 euro, of met een van deze straffen alleen en met het verval van het recht te besturen van een motorvoertuig voor een duur van ten minste drie maanden en ten hoogste vijf jaar of voorgoed. Het herstel van het recht tot sturen is afhankelijk van het slagen voor het theoretisch en praktisch examen en het psychologisch onderzoek bedoeld in artikel 38, § 3, eerste lid.) <W>
Art. 38. <W> § 1. De rechter kan het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig uitspreken :
(5° indien hij veroordeelt wegens overtreding (van de artikelen 30, § 1 of 33, § 1) (, 33, § 3, 1°);) <W> <W> <W>
De vervallenverklaringen uitgesproken krachtens deze paragraaf bedragen ten minste acht dagen en ten hoogste vijf jaar; zij kunnen evenwel uitgesproken worden voor een periode van meer dan vijf jaar of voorgoed indien de schuldige binnen de drie jaar vóór de overtredingen bedoeld in 1° en 5°, veroordeeld is wegens een van deze overtredingen.
U zal er best aan doen om door alle middelen van recht te bewijzen dat u daar op het ogenblik van de feiten niet bent geweest.
Echter, de mogelijkheid bestaat dat men zich dan zal wenden naar uw werkgever, daar deze zaken zullen worden toegerekend aan de titularis van de nummerplaat. Zo deze er niet in slaagt aan te duiden wie op dat ogenblik met het voertuig reed, zal deze worden gedagvaard wegens het niet-mededelen van de gegevens van de bestuurder (i.e. een véél zwaardere kwalificatie).
Kortom:
1. Uw baas dient te bewijzen dat u weldegelijk met het dat voertuig reed;
2. U dient te bewijzen dat u daar nooit kan geweest zijn;
3. Uw baas dient te bewijzen dat niemand met dat voertuig daar ooit kan geweest zijn.....
Dit bericht betreft geen officieel juridisch advies. Vaak hangt alles af van feitelijkheden, die pas uit lezing van de officiële gegevens blijken...