In een gesloten bebouwing (tegen een gewestweg) breekt men een huis af. Hierbij worden geen gemeenschappelijke muren afgebroken, enkel muren die behoren tot, en volledig op het perceel staan van het afgebroken huis. Deze muren vormen wel een scheiding tussen de 2 percelen. Door deze afbraak wordt via de grond waarop het afgebroken pand stond de tuin van de buurman toegankelijk (m.a.w. is niet meer afgesloten zoals voorheen). Op het perceel van het afgebroken huis worden voorlopig geen werken meer uitgevoerd en er is geen gevaar.
De buurman beweerd nu dat de eigenaar van het afgebroken pand een afsluiting moet plaatsen langs de scheiding tussen de twee percelen om te beletten dat personen in zijn tuin kunnen komen . Indien hij zijn tuin wenst af te sluiten, is het dan niet aan hem om een afsluiting te plaatsen ?