Mijn excuses voor deze wel erg late reactie.
Dit zou betekenen dat een inbreuk op de persoonlijke levensfeer is toegestaan wanneer daarmee een misdaad aan het licht komt. Maar als er geen misdaad aan het licht komt, ondervindt de betrokken persoon eigenlijk geen nadeel van de inbreuk. Met andere woorden: deze redenering laat maar weinig over van je recht op privacy.
-> dit hoeft niet noodzakelijk zo te zijn: Ik stel dat een misdrijf plegen gelijk staat met het betreden van het publieke terrein. Dat houdt in dat als uiteindelijk het misdrijf bewezen kan worden, retroactief bevestigd wordt dat het publieke terrein bewandeld werd, een publiek persoon behoefde niet in dezelfde mate in zijn privacy beschermd te worden.
Wanneer echter uiteindelijk niet bewezen kan worden dat een misdrijf werd begaan, kan degene wiens privacy werd geschonden (daar hij namelijk geen misdrijf beging en daarom geen publiek persoon werd en recht had op volle privacybescherming) daarop nog steeds reageren, de vraag stelt zich, "hoe?"
Dat is mijn punt: die persoon heeft nu weliswaar recht van klagen, maar hij heeft eigenlijk geen nadeel geleden.
Stel er wordt een kostbaar juweel gestolen. Nu zou je zonder machtiging willekeurige huiszoekingen kunnen verrichten op zoek naar het juweel. Wordt het juweel in een bepaald huis aangetroffen, dan was die huiszoeking niet onrechtmatig (op basis van je redenering). Wordt het juweel in een bepaald huis niet aangetroffen, dan was die huiszoeking wel onrechtmatig, maar ja, daardoor gaat het onderzoek niet stuk.
Het probleem dat ik zie is dat een rechtvaardigingsgrond niet pas achteraf kan blijken te hebben bestaan. Stel je loopt op straat en besluit een willekeurige voorbijganger te mishandelen. Die persoon belandt in het ziekenhuis. Hij blijkt een pistool op zak te hebben en het komt vast te staan dat hij van plan was een moord te plegen. De enige reden dat de moord niet gepleegd is, is de mishandeling. Ben je nu straffeloos, omdat de mishandeling achteraf gezien gerechtvaardigd was? Dat lijkt me niet. Wel zou je straffeloos zijn als je op het moment van de mishandeling al wist wat de man van plan was.
Dat lijkt inderdaad zo. Toch vind ik het belangrijk om niet louter proceduraal te kijken maar ook inhoudelijk de zaken op een menselijke manier te benaderen.
Als je bijvoorbeeld niet kan bewijzen dat je dochter verkracht werd doordat het bewijsmateriaal dat je bekwam op een wijze bekomen werd die de privacy van de dader schendt, is dat mijn inziens geen goede zaak.
De vraag stelt zich steeds waar men de grens kan leggentussen een regel en een uitzondering en hoe vrij een strafrechter kan zijn.
In Nederland wordt dit opgelost door aan de procedurefout niet noodzakelijk de sanctie van bewijsuitsluiting te verbinden. Allereerst wordt gekeken naar welke norm precies geschonden is, en of die norm ertoe strekte om de verdachte te beschermen. Een onrechtmatige huiszoeking bij de buren is onrechtmatig jegens die buren en niet jegens de verdachte, dus het bewijs dat bij die huiszoeking wordt verkregen kan zonder meer gebruikt worden tegen de verdachte. Strekte de geschonden norm wel tot bescherming van de verdachte, dan wordt gekeken naar de ernst van de schending. In zeer ernstige gevallen kan het OM niet-ontvankelijk worden verklaard. In andere gevallen kan tot bewijsuitsluiting worden besloten. In de meeste gevallen volgt strafvermindering of helemaal geen sanctie.
Maar de procedurefout wordt in Nederland dus niet achteraf opgeheven door het feit dat dankzij die fout een zware misdadiger kon worden veroordeeld (en ook niet in België naar ik begrijp).
(Overigens lijkt het Belgische recht wat betreft het opgenomen gesprek overeen te komen met het Nederlandse recht. Maar in een civiele procedure mag onrechtmatig verkregen bewijs slechts bij hoge uitzondering niet worden ingebracht. In het strafrecht is het uiteraard strenger, zie wat ik hierboven schreef.)