577-8 ?5 BW moet gelezen worden samen met 577-5 ?3 BW tot 577-8 ?7 BW.
Daaruit blijkt dat het beheer van de mede-eigendom uitsluitend in handen is van de vereniging van Mede-eigenaars (VME). En de VME is verantwoordelijk voor de schade berokkend door de mede-eigendom of door zijn aangestelden.
De syndicus is de uitvoerende macht van deze VME, niet meer en niet minder. Hij is dus enkel verantwoordelijk voor zijn beheer tegenover de VME.
De syndicus kan deze bevoegdheid niet delen met andere, tenzij
ofwel op bevel van de rechter, mits de syndicus als partij in de zaak geroepen wordt (Art. 577-8 ?7 BW)
ofwel bij beslissing van de Algemene Vergadering (Art. 577-8 ?6 BW).
ofwel op zijn aanvraag mits toelating van de Algemene Vergadering (Art. 577-8 ?5 BW).
Art. 577-5
? 3. De vereniging van mede-eigenaars kan geen ander vermogen hebben dan de roerende goederen nodig voor de verwezenlijking van haar doel, dat uitsluitend bestaat in het behoud en het beheer van het gebouw of de groep van gebouwen.
Art. 577-8
? 5. De syndicus is als enige aansprakelijk voor zijn beheer; hij kan zijn bevoegdheid niet overdragen dan met de toestemming van de algemene vergadering en slechts voor een beperkte duur of voor welomschreven doeleinden.
? 6. De algemene vergadering kan steeds de syndicus ontslaan. Zij kan hem eveneens, indien zij dit wenselijk acht, een voorlopig syndicus toevoegen voor een wel bepaalde duur of voor wel bepaalde doeleinden.
? 7. Bij verhindering of in gebreke blijven van de syndicus kan de rechter, voor de duur die hij bepaalt, op verzoek van iedere mede-eigenaar een voorlopig syndicus aanwijzen.
De syndicus moet door de verzoeker in het geding worden geroepen.
Groetjes,
Luc