Ik tekende twee jaar geleden een huurcontract voor negen jaar. Dat contract werd geregistreerd. Het betreft hier een appartement in een huis, waarbij een gemeenschappelijke bergruimte (kelder en zolder), gazon/terras en kookruimte te delen werd met personen die een ander appartement in het gebouw huren.
Er werd een handgeschreven beschrijving (zonder foto's opgemaakt) in drievoud 'die nog moest worden uitgetypt' waarvan ik nooit een exemplaar kreeg.
Dat koppel vertrok een jaar geleden omdat ze te weinig privacy hadden. Ik betrapte ze meerdere keren in voor zich sprekende posities in de gemeenschappelijke ruimtes. Ook maakten beiden gebruik van mij wasmachine en andere huidhoudartikelen die zich in aldaar bevonden, wat ik aanvankelijk geen probleem vond, maar ze trokken mijn was uit de machine en gooiden die gewoon op de grond, en hebben enkele apparaten onherroepelijk beschadigd. Ook gooiden ze keukengerei van mij achter mijn rug om bij het vuilnis. Zij vroegen mij meermaals wanneer ik eventueel zou vertrekken. Zij zijn uiteindelijk zelf vertrokken met gramschap en frustratie, omdat ik niet wou vertrekken.
Nu staat hun appartement al meer dan een jaar leeg. De verwarming liet het vaak afweten en de boiler was vaak stuk. De huisbazen wilden die niet laten vervangen (wat volgens de loodgieter die ik uiteindelijk zelf betaalde nodig was) en betichten me dat ik de boiler met opzet had stukgemaakt.
Al bij aankomst in mijn woonst heb ik alles een nieuw likje verf gegeven en opnieuw ingericht, wat ook wel nodig was, want de verf was afgebladderd en er waren beschadigingen op de vloeren. Daar is bij de bezoeken van de verhuurders nooit iets over gezegd. Er staat in het contract dat elke verandering moet goedgekeurd worden door hen. Nu na twee jaar, dagen zij mij voor de rechtbank en eisen schadevergoedingen van duizenden euro's.
Mijn appartement vertoonde afbladderingen van meerdere verflagen over de jaren heen.
Doordat mijn boiler stuk was, heb ik een paar keer gedoucht in het appartement dat een jaar leegstond. Zij moeten dit gemerkt hebben toen zij alweer eens ongevraagd en onaangekondigd langs kwamen. Dit gaat de laatste zes maanden van kwaad naar erger.
Ze bellen ook meerdere keren per week waarin ze me de pieren uit mijn neus halen. Onder andere over mijn chronische ziekte en andere privé-aangelegenheden die ze vermoedelijk van de vorige huurders (die me dus weg wilden omdat ze aan 'gezinsuitbreiding' dachten) zijn te weten gekomen. Ook verwijten ze mij dat ik gek ben en me moet laten opnemen. Zij hebben ook een medisch voorschrift, waarop antidepressiva stonden voorgeschreven, gestolen en zelfs mijn huisarts opgebeld om hem te vragen of ik zot ben. Uiteraard heeft mijn huisarts hier wijslijk op gereageerd en zich gehouden aan het beroepsgeheim.
Niet onbelangrijk misschien; een kind van mijn huisbazen is aan het scheiden. Zij heeft mij ook meermaals opgebeld dat haar man haar slaat en ze dringend ergens anders moet gaan wonen. Dat met de vraag op ik zo snel mogelijk wil vertrekken. Zij heeft ook een sleutel van het huis en is ook al een paar keer ongevraagd langsgeweest, zogezegd op de vlucht voor haar gewelddadige man. Eén keer kwam zij ook en nam ongevraagd foto's. Ik was toen bedlegerig door mijn chronische darmziekte.
Ik heb enkele weken geleden na de zoveelste nachtelijke, verwijtende telefoon van de huisbazen, een klacht ingediend tegen hen, voor belaging en huisvredebreuk.
Zij eisen nu van mij een schadevergoeding voor de geverfde muren, een aanstelling van een specialist, gerechtelijke kosten, etc... etc.. Zij ontbinden de huurovereenkomst en eisen daarbij 1500€. Ook eisen zij dat ik huur betaal voor het leegstaande appartement. Zij willen ook dat ik de gemeenschappelijkke delen ontruim, behalve de vaatwasser, wasmachine, diepvriezer.
Mij lijkt het dat zij gewoon en nieuwe woonst en een 'zakcentje' voor hun scheidende dochter willen bekomen op deze manier.
Hoe kan ik mij het beste (laten) verdedigen op de zitting?
In de dagvaarding staat ook het volgende:
Bijgevolg gedaagde partij zich te horen veroordelen tot het volledig ontruimen van het gehuurde goed binnen de acht dagen na de betekening van het tussen te komen vonnis en de verzoekende partij nu reeds gemachtigd te horen om de gedaagd partij, samen en met wie er uit haren hoofde zou bevinden, uit te drijven door de ambt van de daartoe aangezochte gerechtsdeurwaarder, desnoods met behulp van de openbare macht.
Wat betekent dat precies?