#2 , 09 sep 2012 17:22
Contact van korte duur.
Noch de huurder, noch de verhuurder kan de overeenkomst voortijdig beëindigen, tenzij zij anders overeengekomen zijn in het contract. Aan het einde van de overeenkomst kan de huurder of verhuurder de overeenkomst wél beëindigen, mits hij een opzeggingstermijn van drie maanden in acht neemt.
Een nieuw arrest verduidelijkt...
Het grote misverstand. Heel wat huurders meenden ondertussen dat die sanctie ook speelde voor woninghuurcontracten van 'korte duur' (van maximaal drie jaar). In een arrest van 4 februari 2010 zette het Grondwettelijk Hof echter de puntjes op de i.
Geen sanctie bij huur van korte duur. Dat werd inderdaad bevestigd. Een huurder met een huurcontract van (maximaal) drie jaar kan dus nooit zonder meer van vandaag op morgen weg, zelfs niet als u de registratie van zijn huurcontract uit het oog verloren zou zijn. Wapen u met de twee reeds vermelde arresten in geval van discussie.
Registratie daarvoor is dus niet van belang? Dat is weer niet gezegd... U blijft uiteraard ook bij een woninghuurcontract van korte duur verplicht om dat te (laten) registreren. Er is echter meer...
Korte duur wordt negen jaar. Blijft de huurder meer dan drie jaar huren of wordt zijn contract meer dan één keer verlengd, dan wordt dat huurcontract geacht om vanaf het begin eentje van negen jaar geweest te zijn en dus speelt na drie jaar die sanctie dus mogelijk toch.
Kennis is nog geen wijsheid, dit komt door de jaren.