Mijn huurder moet op 31 juli via vonnis de woning verlaten. Per 1 augustus mag ik rechtsmacht aanwenden om te laten uitdrijven. Zoals het er nu uitziet zullen de huurders de woning niet verlaten op 31 juli.
Gerechtsdeurwaarder is aangesteld maar het vonnis moet nog betekend worden. Uit onwetendheid wist ik niet dat ik dit al veel eerder had moeten doen. De grosse is aangevraagd bij de griffie.
De gerechtsdeurwaarder wacht op mijn bericht op 1 augustus of hij de zaak moet verderzetten.
Mijn vraag gaat nu over het hoger beroep. Ik lees op de site van gerechtsdeurwaarder.be het volgende :
Zolang de schuldenaar, na de betekening van het vonnis, niet overgaat tot het aantekenen van tijdig verzet of hoger beroep (tegen het oorspronkelijke vonnis), zal de gedwongen tenuitvoerlegging van dergelijke vonnissen aldus kunnen worden verder gezet.
Pas indien tijdig verzet of hoger beroep wordt aangetekend, zal de uitvoerbare kracht van het vonnis worden geschorst (art. 1397 Ger.Wb. : verzet en hoger beroep schorsen de tenuitvoerlegging van een vonnis) en zal de gerechtsdeurwaarder de gedwongen tenuitvoerlegging niet verder kunnen uitvoeren, dit in afwachting van een uitspraak over het verzet of hoger beroep.
Indien de tegenpartij de termijn van verzet of hoger beroep laat verstrijken, dan zal het vonnis definitief uitvoerbaar worden, maw. tegen de titel zelf zal geen enkel verhaalmiddel meer mogelijk zijn.
De gerechtsdeurwaarder stelt mij voor de keuze om al dan niet onmiddellijk over te gaan tot ontruiming met het risico van het hoger beroep. Wat zijn de consequenties als de deurwaarder daadwerkelijk de ontruiming aanvat en er nadien via een hoger beroep anders wordt beslist ?
Heeft iemand hier ervaring mee en wat raden jullie aan ?