#6 , 08 mei 2011 10:05
Ik ga ervan uit dat de drie maanden huur verschuldigd zijn krachtens “Art.3...§ 5...Indien de huurder de huurovereenkomst evenwel beëindigt tijdens de eerste driejarige periode, heeft de verhuurder recht op een vergoeding. Die vergoeding is gelijk aan drie maanden, twee maanden of één maand huur naargelang de huurovereenkomst een einde neemt gedurende het eerste, het tweede of het derde jaar.”(Woninghuurwet 20 februari 1991).
“Art.1134. Alle overeenkomsten die wettig zijn aangegaan,strekken degenen die deze hebben aangegaan tot wet...”(Burgerlijk Wetboek)
‘Art.1134 verbiedt een contractpartij misbruik te maken van de rechten die dit contract haar toekent. Dergelijk misbruik onderstelt dat een partij,uitsluitend in haar belang,gebruik maakt van een recht dat zij aan de overeenkomst ontleent,en daaruit een voordeel haalt dat buiten verhouding is met de correlatieve last van de andere partij‘(Cass. 18 juni 1987,R.W. 1987-88,503-504,noot;Cass. 30 november 1989,Bull.Cass. 1990,392)
‘Een verhuurder die aanspraak maakt op de betaling van het volledige bedrag van de bedongen wederverhuringsvergoeding,nadat vaststaat dat het handelspand onmiddellijk en zonder onderbreking tegen minstens dezelfde voorwaarden verhuurd werd,maakt misbruik van dit contractueel beding‘(Vred.St.Niklaas 12 november 1990,R.W. 1991-92,856).
‘De verhuurder die stilzwijgend zonder wettige reden de vervroegde beëindiging van de huurovereenkomst weigert,die door de huurder wordt gevraagd omdat hij een sociale woning heeft gekregen,terwijl de huurder voorstelt een vervanger te zoeken,begaat rechtsmisbruik‘(Vred.Brussel 29 september 1993,J.L.M.B. 1997,681,noot DE RIDDER,T.).
‘Er kan moeilijk worden ingegaan op de eis van de verhuurder tot handhaving van de huurovereenkomst tegen de huurder die het huurpand voortijdig verlaat,omdat hij eindelijk een sociale woning heeft gevonden,als de huurder te goeder trouw heeft gehandeld. Het relatief belang van de eigenaar om de huurovereenkomst te handhaven kan onder de gegeven omstandigheden wijzen op een wanverhouding tussen de voordelen voor de verhuurder en de nadelen voor de huurder en derhalve op rechtsmisbruik. De rechter kan in dit geval derhalve de ontbinding van de overeenkomst uitspreken en een schadevergoeding aan de schuldeiser toekennen. Bij het vorderen van schadevergoeding wegens eenzijdige opzegging door de huurder moeten de aanspraken van de verhuurder getoetst worden aan de eisen van redelijkheid en billijkheid.’(Vred.Lokeren 18 februari 1994,T.Not. 1996,28)
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/