Bepaalde schade is gemakkelijk toe te wijzen aan de huurder zonder een intredende plaatsbeschrijving. Ik denk dan aan al hetgeen dat niet gekuist is, onderhoudsattesten die niet aanwezig zijn, onderhoud van de tuin, gevolgschade van gebreken die niet gemeld zijn, kleine huurherstellingen, enz...
dus jij zou aanraden om de uittredende plaatsbeschrijving wel te laten doorgaan?
Zoals ik al eerder gesteld heb , is het de huurder ZELF die moet nadenken waar hij/zij EVENTUEEL zou tekortgeschoten zijn .
Indien , zoals gesteld door KJ86 , bepaalde zaken kunnen aangetoond worden door de verhuurder ( gebrek aan onderhoudsattesten , gevolgschade die kan bewezen worden , enz... ) dan kan de huurder in een lastig parket komen ; aangezien de wet voorziet dat de verhuurder schade met alle mogelijke bewijsmiddelen kan aantonen .
Daarom aanraden om toch die PB te aanvaarden is een brug te ver , aangezien mogelijke schade NIET kan bewezen worden met een PB ( bij gebrek aan een referentie PB ) .
Verder speelt dan een rol , of het een contract is van NA Januari 2019 ( PB verplicht indien een van partijen dit eist ) of een contract van VOOR Januari 2019 , waar een uittredende PB NIET verplicht is .
Indien het eerste ( PB verplicht ) zal huurder er niet van uitkunnen dit te betalen , maar die PB zal nog steeds geen huurschade kunnen bewijzen .