?Art.3.?6.Zij(=de woninghuurovereenkomst van drie jaar) wordt be?indigd mits een van de partijen ten MINSTE drie maanden voor het verstrijken van de in de overeenkomst bepaalde duur een opzegging betekent.?(Woninghuurwet 20 februari 1991).
Zulke overeenkomst is IN PRINCIPE niet VERVROEGD opzegbaar.
?Er kan moeilijk worden ingegaan op de eis van de verhuurder tot handhaving van de huurovereenkomst tegen de huurder die het huurpand voortijdig verlaat,omdat hij eindelijk een sociale woning heeft gevonden,als de huurder te goeder trouw heeft gehandeld.Het relatief belang van de eigenaar om de huurovereenkomst te handhaven kan onder de gegeven omstandigheden wijzen op een wanverhouding tussen de voordelen voor de verhuurder en de nadelen voor de huurder en derhalve op rechtsmisbruik.De rechter kan in dit geval derhalve de ontbinding van de overeenkomst uitspreken en een schadevergoeding aan de schuldeiser toekennen.Bij het vorderen van schadevergoeding wegens eenzijdige opzegging door de huurder moeten de aanspraken van de verhuurder getoetst worden aan de eisen van redelijkheid en billijkheid.?(Vred.Lokeren 18 februari 1994,T.Not. 1996,28)
?De verhuurder die stilzwijgend zonder wettige reden de vervroegde be?indiging van de huurovereenkomst weigert,die door de huurder wordt gevraagd omdat hij een sociale woning heeft gekregen,terwijl de huurder voorstelt een vervanger te zoeken,begaat rechtsmisbruik?(Vred.Brussel 29 september 1993,J.L.M.B. 1997,681,noot DE RIDDER,T.).
Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) in
http://just.fgov.be