Geachte,
Graag even jullie mening ivm een werk uitgevoerd midden vorig jaar.
Het standpunt van eiser ( ik ) luidt als volgt :
- Op 04.06.2021 vroeg verweerster eiser om ter plaatse te komen wegens problemen
met de elektriciteit in haar tuinhuis. Eiser stelde vast dat de zekeringkast in het tuinhuis
verouderd was, met enkel een differentieel inrichting en verbroosde contacten, zodat
het nameten van de installatie onmogelijk was ; eiser stelde voor om de verouderde kast
eerst te vernieuwen en vervolgens na te zien wat verder nodig zou zijn. Eiser herhaalde
dit op 15.06.2021 naar aanleiding van een vraag van verweerster voor een offerte. Op
23.06.2021 stuurde eiser aan verweerster nogmaals de offerte door voor de
vernieuwing van de zekeringkast in het tuinhuis. Verweerster vroeg om de vastlegging
van het aantal werkuren, waarop eiser op 24.06.2021 antwoordde dat de werkuren
louter indicatief zijn en pas later definitief kunnen worden bepaald, en dat de problemen
met de stopcontacten pas kunnen worden onderzocht na het vernieuwen van de
zekeringkast in het tuinhuis. Verweerster antwoordde op 28.06.2021 dat ze de
onzekerheid aangaande het aantal uren begreep en met eiser wenste af te spreken
wanneer hij de werken kon uitvoeren. Eiser voerde vervolgens op 03.07.2021 de werken
uit ; na de vernieuwing van de zekeringkast stelde hij vast dat de stopcontacten het nog
niet deden, en ontdekte hij dat een stroomkabel bij een zijmuurtje in de tuin beschadigd
was en diende te worden hersteld ; verweerster zegde dat zij hieromtrent iets zou laten
weten, maar eiser vernam niets meer. Verweerster vroeg op 03.07.2021 ook aan eiser
om in de badkamer 2 schakelaars te vervangen en buiten 2 hydrostopcontacten te
plaatsen. Eiser stelde na onderzoek vast dat in de badkamer slechts één schakelaar
werkte, en hij stelde voor via opbouw een nieuwe kabel te plaatsen ; verweerster ging
hiermee akkoord, waarbij zij vermeldde dat haar partner reeds geprutst had aan de
stopcontacten. Eiser vroeg een voorschot van 350 € ; verweerster betaalde slechts 150 €
met de melding dat zij niet méér kon voldoen, en meldde op 05.07.2021 dat zij geen
zekeringkast meer wilde in het tuinhuis en dat eiser de werken in de berging nog diende
af te werken. Eiser antwoordde dat de zekeringkast werd geleverd en geplaatst en dus
diende te worden betaald, en dat gebrek aan elektriciteit in het tuinhuis niets te maken
had met een overstroming in het tuinhuis, maar met de doorgesneden kabel. Eiser
stelde nog voor de zekeringkast elders te plaatsen om de kosten te drukken, maar
verweerster reageerde niet meer, ook niet op de ingebrekestellingen via de advocaat
van eiser van 01.11.2021 en 19.12.2021.
- Verweerster ging uitdrukkelijk akkoord met de offerte van eiser om de zekeringkast
te plaatsen en zij heeft een voorschot van 150 € betaald, hetgeen eiser in mindering
heeft gebracht van zijn factuur 202146. Verweerster heeft dus de plaatsing van
zekeringkast besteld. Verweerster heeft de noodzaak van de plaatsing van deze kast niet
betwist op 05.07.2021 : zij meldde enkel dat er volgens haar geen elektriciteit zou zijn
wegens waterschade, hetgeen door eiser werd betwist.
- Verweerster stelt ten onrechte dat zij niet moet betalen zo lang de werken niet zijn
uitgevoerd. Eiser heeft terecht de uitvoering van de werken opgeschort, in toepassing
van de niet-uitvoeringsexceptie, zo lang het bedrag van 350 € onbetaald bleef ; eiser
heeft enkel de werken die hij uitvoerde gefactureerd ; uit de facturen blijkt dat eiser al
werken heeft gepresteerd voor een hoger bedrag dan het voorschot. Er is geen sprake
van een dubbele aanrekening : in de offerte 2021030 wordt een nieuwe zekeringkast,
nieuwe differentieel, nieuwe automaten, aansluitrail, kabel en nameten installatie
aangerekend, en in de factuur 2021146 worden 2 schakelaars en afwerking en 2 x 2
hydrostopcontacten aangerekend. Verweerster nam de zekeringkast ook zonder
voorbehoud in gebruik, want zij antwoordde niet op het voorstel van eiser van
07.07.2021 om vooralsnog de zekeringkast weg te halen.
- Eiser wist dat de vernieuwing van de elektriciteitskast op zich onvoldoende zou zijn ;
in de offerte is immers duidelijk voorzien dat eiser de elektriciteitskast zou plaatsen en
vervolgens zou kijken wat de verdere te nemen maatregelen waren. Tijdens het
plaatsbezoek stelde de gerechtsdeskundige vast dat ook een nieuwe kabel nodig is ; dit
vereist sowieso ook een nieuwe elektriciteitskast, zodat deze terecht werd geplaatste en
gefactureerd. Het plaatsen van de elektriciteitskast in het tuinhuis is conform met artikel
5.3.5.1 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).
Vonnis rechtbank luidt als volgt :
Beslissing
De vrederechter :
- doet uitspraak op tegenspraak ;
- verklaart de vordering van eiser gedeeltelijk gegrond als volgt ;
- veroordeelt verweerster om aan eiser 189,35 € te betalen, te vermeerderen met de gerechtelijke
intresten aan de wettelijke intrestvoet vanaf 04.01.2022 tot de dag van volledige betaling ;
- verklaart de tegenvordering van verweerster toelaatbaar en gedeeltelijk gegrond als volgt :
- veroordeelt eiser om binnen de twee maanden na de betekening van dit vonnis aan verweerster
een creditnota over te maken ten bedrage van 429,30 € incl. btw., betreffende de factuur nummer
202146 van 06.07.2021 van eiser ten bedrage van 508,80 € incl. btw ;
- slaat de tot op heden gemaakte gerechtskosten tussen de partijen om als volgt :
· veroordeelt verweerster om aan eiser 81,55 € te betalen, zijnde de helft van de kosten van
dagvaarding en van wettelijke bijdrage ten bate van het begrotingsfonds voor juridische
tweedelijnsbijstand ;
· veroordeelt eiser om aan verweerster 167,25 € te betalen, zijnde de helft van de kosten van
het plaatsbezoek met de deskundige ;
· slaat de rechtsplegingsvergoedingen wederzijds tussen de partijen om ;
· zegt voor recht dat voor het overige elke partij de eigen tot op heden gemaakte
gerechtskosten dient te dragen ;
- veroordeelt eiser en verweerster om elk 25 € rolrecht te betalen aan de Federale Overheidsdienst
Financiën ; dit rolrecht zal door de Federale Overheidsdienst Financiën geïnd worden.
Beslissing
De vrederechter :
- doet uitspraak op tegenspraak ;
- verklaart de vordering van eiser gedeeltelijk gegrond als volgt ;
- veroordeelt verweerster om aan eiser 189,35 € te betalen, te vermeerderen met de gerechtelijke
intresten aan de wettelijke intrestvoet vanaf 04.01.2022 tot de dag van volledige betaling ;
- verklaart de tegenvordering van verweerster toelaatbaar en gedeeltelijk gegrond als volgt :
- veroordeelt eiser om binnen de twee maanden na de betekening van dit vonnis aan verweerster
een creditnota over te maken ten bedrage van 429,30 € incl. btw., betreffende de factuur nummer
202146 van 06.07.2021 van eiser ten bedrage van 508,80 € incl. btw ;
- slaat de tot op heden gemaakte gerechtskosten tussen de partijen om als volgt :
· veroordeelt verweerster om aan eiser 81,55 € te betalen, zijnde de helft van de kosten van
dagvaarding en van wettelijke bijdrage ten bate van het begrotingsfonds voor juridische
tweedelijnsbijstand ;
· veroordeelt eiser om aan verweerster 167,25 € te betalen, zijnde de helft van de kosten van
het plaatsbezoek met de deskundige ;
· slaat de rechtsplegingsvergoedingen wederzijds tussen de partijen om ;
· zegt voor recht dat voor het overige elke partij de eigen tot op heden gemaakte
gerechtskosten dient te dragen ;
- veroordeelt eiser en verweerster om elk 25 € rolrecht te betalen aan de Federale Overheidsdienst
Financiën ; dit rolrecht zal door de Federale Overheidsdienst Financiën geïnd worden.
Nu ik ben enorm aan het twijfelen om tegen deze uitspraak in beroep te gaan. Maar wou eerst even andere meningen hierover hierover horen.
Mijn standpunt luidt als volgt :
De vraag die ik mezelf nu stel:
Enerzijds was tijdens mijn offerte de klant duidelijk op de hoogte dat de kast vervangen geen garantie gaf dat het daarmee zou zijn opgelost. De expert wist ook maar van de kabel omdat ik dit na enkel uitzoekwerk gevonden heb anders was het ook voor de expert zoeken naar de reden waarom er geen elektriciteit was in het tuinhuis. Het opzoekingswerk hiervan kan toch nooit geëist worden als zijnde gratis? Klant is hiermee akkoord gegaan waarom zou dit nu dan niet betaald worden?
Met andere woorden had ik dus eerst een dag opzoekingswerk moeten rekenen om nadien de kabel te vervangen terwijl ik nu eerst de kast heb vervangen en tijdens die uren de fout aan de kabel heb gevonden?
Een kabel zit ondergronds en kan nooit tijdens een offerte opmaak vastgesteld worden of deze al dan niet stuk is?
Nu heeft de klant een gratis diagnose en een gratis geplaatste kast ( de kast zelf is dus wel betaald )?
Eerst de kast en nadien de kabel of eerst de kabel en nadien de kast zie ik helemaal geen verschil in indien de intentie van opdrachtgever is om terug licht in het tuinhuis te krijgen...
De vraag zou dan zijn zou opdrachtgever indien ik kabel eerst had ontdekt alsnog elektriciteit in tuinhuis gewild hebben? Ze klaagde duidelijk dat ze nu nog steeds niks heeft en haar moet redden met verlengkabels. Dit blijkt ook aan de hand van de stukken tegenpartij tijdens plaatsbeschrijving?
Indien mijn algemene voorwaarden zouden gelden zou ik kunnen stellen dat ondanks het niet leveren van de hydrostopcontacten deze wel betaald moeten worden omdat ze niet geplaatst zijn omwille van opdrachtgever haar toedoen maar wel besteld? Of telt ook dit niet doordat ik niet in mijn algemene voorwaarden benoem dat als ik ze niet lever ik haar een onkost moet betalen?
Een klant kan dus zomaar tijdens de werken dit stopzetten en door het e.n.a.c zijn al mijn algemene voorwaarden naar de klant nietig?
Alvast bedankt te moeite te nemen
Met vriendelijke groeten,