Hierbij werd de vloer uitgebroken tot op de betonnen welfsels (gelijkvloers boven kruipkelder, welfsels 10cm).
Een isolatielaag (gespoten) en een nieuwe dekvloer (vezelversterkte chape) werd over de gehele benedenverdieping voorzien. De dekvloer werd met blauwe isolatieband van de muren geïsoleerd.
Na droogtijd (en goedkeur vochtigheidsgraad door vloerder) werd een PU-gietvloer voorzien.
(Voetnoot: de vloerder heeft zelf enkele dilatatievoegen ingeslepen, maar achteraf bekeken zeker niet overal waar er geplaatst zouden moeten worden.)
- Na enkele maanden stelden we echter vast, dat op enkele plaatsen aftekeningen zichtbaar werden in deze gietvloer, hoogstwaarschijnlijk door barsten in de dekvloer. Met verloop van tijd werden meer 'barsten' zichtbaar. Deze barsten lopen 'in alle richtingen', doorgaans vertrekkend vanuit hoekpunten en de ruimte doorkruisend. De 'barsten' manifesteren zich vooral in de ruimte die een relatief grote oppervlakte beslaat, in een L-vorm.
- Tevens is op de plaats van één van de gezette dilatatievoegen de gietvloer effectief "doorgescheurd", over de gehele lengte van de dilatatievoeg.
De vloerder claimt hiervoor geen enkele verantwoordelijkheid te dragen, en dat dit met de chapper bekeken moet worden.
Zijn voorwaarden in contract:
De architect geeft niet thuis - en verwijst naar het goede vakmanschap vereist van beide partijen (architect voorzag geen dilatatieplan)."Abnormale zettingen of scheuren in de ondergrond die de reeds zeer hoge elesticiteit overstijgen (en zich bijgevolg aftekenen in de gietvloer) vallen niet onder onze verantwoordelijkheid."
Wij zitten nu met een ontsierde en beschadigde 'strakke' gietvloer, en hebben geen idee wie verantwoordelijk gesteld kan worden voor beide bovenstaande zaken.
We zien graag feedback tegemoet.