JuridischForum.be

Goedemiddag,

Ik heb een gasboete binnengekregen waar ik het niet mee eens ben. (probeer jammer genoeg maar eens te bewijzen of je 3 maanden geleden juist of fout geparkeerd stond ).

De vaststelling zou gedaan zijn op 19/7/2019 om 09u51:

Titel 7bis, Hfst.2 art.
1.16 , dat luidt als volgt:
Verkeersborden E1, E3, E5, E7 en van type E9 betreffende het stilstaan en het parkeren niet in acht nemen.

Het document om mij dit te laten weten is echter pas opgemaakt op 12/8/2019. (en dan via de leasingmaatschappij pas op 25/9/2019 bij mij toegekomen).

Ben ik fout of moeten zijn normaal binnen 15 dagen na de vaststelling dit verzenden?

Alvast bedankt voor de feedback!
Mvg,
Randy

Dit is niet bij GAS boetes, enkel bij zuivere verkeersinbreuken.
Het is normaal dat de boete enige tijd in beslag neemt om bij u te komen, gelet op het feit dat de leasing de boete heeft gekregen. U zal niet geregistreerd staan als vaste gebruiker van het voertuig.
Foto aanwezig?

Ben ik fout of moeten zijn normaal binnen 15 dagen na de vaststelling dit verzenden?

Dat is de termijn dat een PV bijzondere bewijswaarde heeft , en dus voor waar aanzien wordt
Op zich intussen ook al een uitgehold begrip: een PV dat later verstuurd is, wordt voor de rechtbank nog steeds voor waar aangenomen ...
Gezien afhandeling dmv GAS-wet, hier niet van toepassing.


1 van de fratsen in de GAS-wet, is dat de sanctionerend ambtenaar de vermeende overtreder binnen 15 dagen na ontvangst moet inlichten over de inbreuk
Alleen: je hebt er volledig het raden naar wanneer die ambtenaar het PV binnenkrijgt ...

En volgens diezelfde sanctionerende ambtenaren, is er géén beperking in de periode waarin zij een beslissing hoeven nemen.


Als je hoort dat Vlaamse regering onder Jambon de GAS-wet wil gaan hanteren voor snelheidsovertredingen, dan weet je hiermee ineens ook waarom ...



http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_lo ... 2013062404

Onderafdeling 3. - Procedure in geval van inbreuken betreffende het stilstaan en het parkeren bedoeld in artikel 3, 3°

Art. 29. § 1. De sanctionerend ambtenaar deelt binnen de vijftien dagen na ontvangst van de vaststelling van de inbreuk, bij gewone zending, aan de overtreder de gegevens mee met betrekking tot de vastgestelde feiten en de begane inbreuk, alsmede het bedrag van de administratieve geldboete.
De administratieve boete wordt betaald door de overtreder binnen dertig dagen na de kennisgeving ervan, tenzij de overtreder binnen deze termijn zijn verweermiddelen bij gewone zending laat geworden aan de sanctionerend ambtenaar. De overtreder kan binnen deze termijn op zijn verzoek worden gehoord wanneer het bedrag van de administratieve geldboete hoger ligt dan 70 euro.

§ 2. Verklaart de sanctionerend ambtenaar de verweermiddelen niet gegrond, dan brengt hij de overtreder hiervan op een met redenen omklede wijze op de hoogte met verwijzing naar de te betalen administratieve geldboete die binnen een nieuwe termijn van dertig dagen na deze kennisgeving moet worden betaald.

§ 3. Wordt de administratieve geldboete niet betaald binnen de eerste termijn van dertig dagen, dan wordt, behoudens in geval van verweermiddelen, een herinnering verstuurd met uitnodiging tot betaling binnen een nieuwe termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van die herinnering.